Onze ouwe was op. Dat was meer dan duidelijk. De zoektocht
naar een vervanger begon op internet. Nadat we de belangrijkste zoekcriteria
Volvo, V70, diesel, automaat en een schier oneindige reeks varianten op het
thema open dak hadden ingevoerd, keken drie verschillende exemplaren ons vanaf
het beeldscherm aan. Een rondje bellen leverde het volgende resultaat op: “verkocht”,
“mijn vrouw is net bezig met de afronding” en “we zijn bezig met de
financiering.” En die laatste opmerking gaf hoop. Wie een bedrag van 4
duizendjes moet financieren kan niet met zo´n auto rijden, was mijn botte maar
heldere conclusie. “Dus als de financiering niet door gaat, wilt u hem hebben?”.
“Ja!”. We hebben het over een felrode V70 van 2002 met alle denkbare opties.
Inclusief zaken waar we niet direct op zaten te wachten.
De volgende dag kwam
het telefoontje van de verkoper. Mijn conclusie was juist. Financiering
geflopt, leuk gesprek met de enthousiaste mensen verdampt. Door de telefoon je
auto beschrijven is doorgaans best moeilijk. Je wilt wel eens wat informatie
achterhouden en een beetje liegen. Heel menselijk. Maar als je zegt dat je auto
op sterven na dood is, ben je eerlijk en dat wordt beloond. De deal werd
telefonisch afgehandeld en drie dagen later togen wij met onze rijdende legende
richting het westen van het land. De rode Volvo glom ons van een afstand
tegemoet. Keurig klaar gezet door de enthousiaste verkoper, die ons direct een
proefrit aanbood. We hadden liever eerst een kop koffie na 215 kilometer in de
hitte, maar okay, een ritje kon wellicht verfrissend werken. Na 125 meter wist
ik genoeg. Dit ging m dus echt worden. Na 250 meter wist zij ook genoeg en kon
de papieren afwikkeling en betaling worden geregeld. Een uur later keerden we
huiswaarts en doopten onze nieuwe aanwinst Volvari.