Driek

Driek

woensdag 23 mei 2012

Watts up?

Soms probeer ik mij voor te stellen hoe het is: elektrisch autorijden. Maar dan raken mijn gedachten al gauw in een wisselstroomversnelling. Auto rijden is voor mij niet alleen mijzelf -met of zonder passagiers, bagage of dozen oud papier- verplaatsen van A naar G, maar ook een stuk beleving. Ik ben waarschijnlijk niet de enige, die zichzelf een geweldig stuurman waant en op een bochtige weg in gedachten zijn veel te dikke Volvo V70 D5 verruilt voor een Aston Martin DB9 of een Lotus Elise. Auto rijden vergroot de verbeeldingskracht. En dat is precies wat ik nodig heb om wakker te blijven in het verkeer.

Elektrisch rijden is voor mij dan ook geen interessante optie. Natuurlijk maak ik mij zorgen om het milieu en waardeer ik alle inspanningen die autofabrikanten zich getroosten om de elektrisch aangedreven auto in de markt te zetten. Maar daarmee alleen red je het milieu niet. Daar is een totale mentaliteitsverandering voor nodig. In die trein zit ik helaas niet. En ook niet in een Prius of een Twizy. Ik vrees dat ik dan na 3 minuten in slaap val, om vervolgens met een schok wakker te worden onder de achterbumper van een Dodge RamVan. 
Nee, ik zit liever in mijn dampende diesel met bijbehorend geluid. Ik durf er voor uit te komen dat ik het gaspedaal regelmatig diep in trap om te genieten van die heerlijk rochelende vijfcilinder en die duw in de rug die wordt veroorzaakt door een combinatie van koppelboost en het overgewicht van mijn 15 jaar oude Volvo. En ik wil dat mijn medeweggebruikers mij horen en zien. Is dat schokkend? Misschien. Maar tot nu toe heeft niemand mij van de weg gedrukt en met een taser behandeld of heb ik een argeloze fietser in een shocktoestand gebracht, omdat ik totaal onverwacht naast hem opdoemde. Daar valt ook iets voor te zeggen.

dinsdag 15 mei 2012

Autootje kopèèh...?


Waar is de tijd gebleven dat je met je ongeïnteresseerde vrouw, een dochter die nodig naar de WC moest en een zoon die alle automerken kende, de showroom van de plaatselijke autodealer binnenstapte?. Om vervolgens op een totaal ongeïnteresseerde en veel te snel pratende verkoper met fout pak en ongepoetste schoenen te stuiten, die je alles vertelde over de auto, waar je niets van wilde weten? En je vroeg: “Wat krijg ik voor de mijne terug?” Waarop de verkoper –na een keer tegen de banden te hebben geschopt - je veel te weinig bood? En jij vertelde wat je er bij ‘die ander’ voor terug kreeg en er dan 1000 gulden bij loog? Om vervolgens te gaan proefrijden met de auto, die je vrouw veel te duur vond, je zoon slapeloze nachten bezorgde en waarvan je dochter de achterbank vol pieste, omdat het te laat was? Uiteindelijk sloot je de deal, zonder te weten of je het allemaal wel kon betalen. Gewoon, om van het gezeur van je vrouw, het gezeik van je dochter en het gekwijl van je zoon af te zijn. En als klap op de vuurpijl van je schoonvader te horen te krijgen dat je een kutauto had gekocht?

maandag 14 mei 2012

sPap en zijn zondagse soep. Van gisteren.....

Spap was gek op soep. Liefst zo heet mogelijk. Op zondag beleefde hij zijn wekelijkse soephoogtepunt. Dan serveerde smam of zoma de zondagse soep. Op zaterdag voorbereid. Van gisteren dus, want dan was de soep het lekkerst. Heerlijk doortrokken met alle smaken uit de ingrediënten. Maar ook voor een gewoon soepje uit pak of blik kon je hem uit zijn middagdutje wakker maken. Dan hing spap over zijn bord of kommetje en slurpte er lustig op los. Als er dan zo'n heerlijk vermicellislangetje in zijn snor hing te bungelen zeiden wij expres niks.

Er is meer tussen hemel en aarde. In de kerk weten ze daar alles van. Ons spap en smam zijn getrouwd in de Bernadettekerk in Helmond. En precies op de plek, waar het kerkelijke huwelijk werd voltrokken heeft de supermarkt, die nu in het kerkgebouw is gevestigd, de soep geëtaleerd. Maar zondagse soep van gisteren, die verkopen ze daar niet.....

woensdag 9 mei 2012

Thema en de buurman

Net de week er voor had ik mijn buurman een nieuwe Thema verkocht. Hij was trots als een aap, want nu had hij de dikste auto in de straat. "Hier", zei mijn baas na een drukke week in de showroom. "Neem jij deze maar een weekend mee." Hij overhandigde mij de sleutels. Gekleed in een colarode huid met een lichtgrijs interieur keek zij mij vervaarlijk aan. Ik opende de motorkap om er zeker van dat er toch echt een Ferrari V8 in het vooronder van de 8.32 lag. Ik stapte in en zette de bestuurdersstoel en het stuur in de juiste positie. De CD 'Amused to Death' van Roger Waters gleed zoevend in de sleuf van de speler. Dak open en het feest kon beginnen. Starten. Een lichte grom, geen trilling, niks. Heel behoedzaam stuurde ik haar richting de ring Amsterdam. File. Ik sloot keurig aan. Na enkele kilometers had ik al diverse duimen te pakken. Blondines die ik niet eerder in de file had gezien, schoven de zonnebril omhoog en knipoogden. Grijns.

Het spoorviaduct. De motor was inmiddels op temperatuur dus gas geven mocht. Het pedaal liet zich minder makkelijk bedienen dan dat van de Delta 2.0, waar ik dagelijks in reed. Het resultaat was heftiger dan ik verwachtte. Een enorme brul verliet de uitlaat. De auto's achter mij vlogen spontaan op de handrem. Raampjes gingen open en hoofden draaiden in mijn richting. Brede grijns. De weg vrij en voorzichtig accelereerde ik naar 100. Netjes rijden, dacht ik nog. De beleving viel wat tegen. Tot ik spontaan de afrit naar huis voorbij reed. Even het gas intrappen.

Eenmaal thuis stond de buurman onmiddellijker naast de 8.32 dan ik dacht. "Wat een lelijke kleur!", riep hij uit. Mee rij....hij zat al naast mij op de bijrijdersstoel. Op weg naar de verlaten A9. 100. 120. Gas erop en hopla 200. Buurman's gezicht verbleekte tot eenzelfde kleur als de bekleding. 235. Tijd om af te remmen, terug te schakelen en VEEL tussengas te geven. Een ware symfonie! Terug bij de voordeur. "Is het nu echt zo dat de hoofdsteunen achter pas omhoog gaan?" Hij neemt plaats in een achterzetel en ik besluit hem te trakteren op een rondje door de buurt met deze koninklijke sportlimousine. Harrie, voor altijd: BEDANKT!.

Lamborghini Espada

Espada, my love

We stonden voor de deur en twijfelden heel even. Zouden we wel binnen mogen? Met knikkende knieën, een doorgehakte knoop en het droombeeld van 100.000 gulden in de knip, stapten we de showroom aan de Wibautstraat binnen. Alsof het dagelijkse kost was, namen we plaats in een Chrysler LeBaron en begonnen aan knopjes en handles te frunniken. De enorme bestuurdersstoel met lichtblauw velours bekleding schoof zacht zoevend naar voren. Ik kon nu bij de pedalen en pakte het gigantische stuurwiel vast. En juist toen ik onder de rand van het stuur door keek, zag ik haar staan. Felgroen, uitdagend, ja haast eng. Mijn vriendje en ik keken elkaar vragend aan. Nog een stapje verder? Ach, wat kan ons het schelen.

We maakten een dansje rond de Italiaanse schone. Keken door het zijraam, de enorme achterruit met die rare extra brievenbus. Om de voorkant goed te kunnen bekijken, moesten we meters acheruit lopen, anders paste deze niet op het netvlies. Dan, heel voorzichtig het portier open. Een enorme lap uit metaal en glas. De toegang tot de groene hel of een weelderig Walhalla? Met een soepele beweging stapten we in, om pas na vijf minuten weer de ademhaling te hervatten. Ik kon mijn 'reisgenoot' nauwelijks zien door de enorme middenconsole. De teller reikte tot 320. En de koppeling kreeg ik niet ingetrapt. Terwijl we het kunstwerk zweefden, stapte de verkoper vriendelijk lachend op ons toe. "Mooi, hè jongens, zo´n Lamborghini Espada. Trouwens, een van jullie is blijkbaar vergeten zijn fiets op slot te zetten!"

Achterop de fiets bij mijn vriendje droomde ik heerlijk verder...

dinsdag 8 mei 2012

Volvo 745 Turbo

Zelfs het kenteken weet ik nog: NP-84-HR. Een zilvergrijze Volvo 745 Turbo bezorgde mij twee slapeloze nachten en een onvergetelijke dag. Het begon allemaal toen een collega vroeg of ik zin had om als chauffeur mee te rijden bij de première van de film 'De Aanslag'. Leek me leuk, dus ja. Een maand later zat ik in de trein en bus, op weg naar Beesd. Ik meldde mij keurig bij de balie en werd doorgesluisd naar een kantoor, waar 16 zenuwachtige en stoere mannen rond een bureau verzameld stonden. "Pak maar een sleutel, de auto´s staan klaar, morgenvroeg vóór negen uur terug", klonk de instructie. Ik had net 3 maanden tevoren mijn rijbewijs gehaald, dus hoorde ik bij de groep zenuwachtigen. Tot ik zag welke auto ik had `gewonnen`. Een dikke 745 Turbo! Quasi-ongeboeid stapte ik in de bolide. En meteen maakte ik mij zorgen. Morgenochtend terug? Dus de auto staat de hele nacht bij mij voor de deur. Op de Herengracht, hartje Amsterdam....!

Voor het wegrijden bestudeerde ik de ergonomie van de NP-84-HR. Om vervolgens te starten en heeeeel voorzichtig weg te rijden. Tegen de tijd dat ik bij de A2 was, was de motor reeds op temperatuur. Keurig op de rechterweghelft reed ik 100. Even voorzichtig het gaspedaal verder indrukken. Nooit meer doen, dacht ik toen. In een mum van tijd reed ik 160. Gas terug en terug naar rechts. In het drukke stadsverkeer van de hoofdstad had ik ogen en oren tekort om de Volvo schadevrij naar de Herengracht te loodsen.

Die hele middag moest ik wachten tot ik naar het Hilton mocht rijden. Toch maar eerst even een ritje naar pap en mam in Landsmeer. De geijkte reactie van vader: "Laat die maar hier staan!" Terug naar huis: Zondagse pak aan, overhemd drie keer gestreken en gaan. De eerste `klant´van die dag was hoofdpresidentdirecteur-cie-ie-oo van Cannon Productions met zijn vrouw. Alsof ik het al jaaaren deed reed ik hen naar het Tuschinski Theater.

De rit na de première vergeet ik nooit meer. Er stapte een oudere man in die al tijdens het instappen aan het praten was tegen....eh...niemand. Onderweg naar het Hilton babbelde hij vrolijk door, om vervolgens na het uitstappen verder te kletsen tegen dezelfde niemand. Hij gaf mij een fooi en zei: "Jij komt er wel, jongen!". Bedankt, meneer Kraaykamp Senior, voor deze onvergetelijke rit."
De volgende ochtend. Ongeslapen stapte ik om 07.00 uur in de NP-84-HR. Ongeschonden was zij de Amsterdamse Nacht doorgekomen. Amsterdam-Beesd in vijf minuten. Althans, zo voelde het.

Een jaar later ging ik bij een Volvodealer werken. En mijn eerste klant aan de balie? John Kraaykamp. Junior. Een dag daarvoor was bekend geworden dat de film de Aanslag een Oscar had gewonnen.