Driek

Driek

woensdag 22 augustus 2012

Volvari 2: de afhaal


Onze ouwe was op. Dat was meer dan duidelijk. De zoektocht naar een vervanger begon op internet. Nadat we de belangrijkste zoekcriteria Volvo, V70, diesel, automaat en een schier oneindige reeks varianten op het thema open dak hadden ingevoerd, keken drie verschillende exemplaren ons vanaf het beeldscherm aan. Een rondje bellen leverde het volgende resultaat op: “verkocht”, “mijn vrouw is net bezig met de afronding” en “we zijn bezig met de financiering.” En die laatste opmerking gaf hoop. Wie een bedrag van 4 duizendjes moet financieren kan niet met zo´n auto rijden, was mijn botte maar heldere conclusie. “Dus als de financiering niet door gaat, wilt u hem hebben?”. “Ja!”. We hebben het over een felrode V70 van 2002 met alle denkbare opties. Inclusief zaken waar we niet direct op zaten te wachten.
De volgende dag kwam het telefoontje van de verkoper. Mijn conclusie was juist. Financiering geflopt, leuk gesprek met de enthousiaste mensen verdampt. Door de telefoon je auto beschrijven is doorgaans best moeilijk. Je wilt wel eens wat informatie achterhouden en een beetje liegen. Heel menselijk. Maar als je zegt dat je auto op sterven na dood is, ben je eerlijk en dat wordt beloond. De deal werd telefonisch afgehandeld en drie dagen later togen wij met onze rijdende legende richting het westen van het land. De rode Volvo glom ons van een afstand tegemoet. Keurig klaar gezet door de enthousiaste verkoper, die ons direct een proefrit aanbood. We hadden liever eerst een kop koffie na 215 kilometer in de hitte, maar okay, een ritje kon wellicht verfrissend werken. Na 125 meter wist ik genoeg. Dit ging m dus echt worden. Na 250 meter wist zij ook genoeg en kon de papieren afwikkeling en betaling worden geregeld. Een uur later keerden we huiswaarts en doopten onze nieuwe aanwinst Volvari.

donderdag 26 juli 2012

Volvari. Deel 1: het oude werkpaard

Driek neemt je mee op weg naar en mét de Volvari, onze nieuwe aanwinst. Maar voordat ik je meeneem; eerst het verhaal wat vooraf ging.

Onze zwarte Volvo V70, met zonder bijnaam, gaf aan toe te zijn aan vervanging. Bij iedere drempel – en daar zijn er veel van- gaf het onderstel een harde kraak en een diepe zucht te horen. Ook de remmen waren vrijwel ‘op’. Vanaf hogere snelheid vertragen had meer weg van een afdaling op ski´s, maar dan op een rotsachtige ondergrond. Nu had de 64-JXV-3 inmiddels 420.000 op de klok en in haar vorige leven heeft zij het zwaar te verduren gehad. We kochten haar in 2009, na een zoektocht op internet. Criteria: schuifdak, diesel, niet te duur. Het exemplaar dat wij vonden had echter een automaat en 330.000 op den tellerd. Daar moest iemand overtuigd worden….Afspraak gemaakt, de oude 940 nog even de sporen gegeven (115 op de A73) en op naar ‘onze Nieuwe’. Lichte teleurstelling over de staat van de auto. De voorruit was gebarsten, overal krasjes, en een afdekkapje in de voorbumper ontbrak. Verder werkte de achterruitwisser niet en kwam er een enge tik onder de motorkap vandaan. Twijfels. Proefrijden. En dat beviel dus goed. Ik was verkocht door de heerlijke 5 cilinderroffel en de enorme trekkracht. Dan neem je voor een meeneemprijs van 4 duizendjes de ongemakken voor lief.

Eenmaal thuis reden we direct door naar onze garagist. De immer goedlachse man verrimpelde van gezicht toen hij de onderkant van de auto bestudeerde. “Die heeft veel grind en zand gezien”, concludeerde hij. Dat klopte; onze V70 kwam vers uit Zweden. Gedurende de periode dat zij bij ons was heeft de JXV zich bewezen als luxe touringcar, ideale Ikea-auto en taai trekpaard. Uiteraard zijn de nodige reparaties uitgevoerd, maar alles bij elkaar geteld hebben we voor relatief weinig geld genoten van de ruimte en het comfort. Tot we voor de eerste keer gingen rijden met onze Volvari. Toen pas bleek hoe snel wij gewend waren aan de zware, maar precieze besturing, de sonore roffel van de oude Diesel en dat je bij 80 km/u een gevoelssnelheid van 120 had….

(wordt vervolgd)

woensdag 18 juli 2012

ONK !


Oldtimers en youngtimers zijn leuk. Daar zijn we het als autoliefhebbers vrijwel allemaal over eens. Okay, er zijn mensen die vinden dat alles wat de APK gerechtigde leeftijd heeft bereikt in de shredder thuis hoort, maar dat zijn de uitzonderingen. Persoonlijk vind ik het mooi als je een oldtimer in het wild tegen komt. Nonchalant geparkeerd bij de supermarkt of onderweg in het dagelijkse verkeer. En nog mooier wordt het als de auto een origineel Nederlands kenteken hierna te noemen ONK heeft.

Ik ben van nature niet nationalistisch ingesteld, maar als ik een Eend of DAF 33 met ONK zie, word ik toch gegrepen door een melancholisch chauvinisme. Dan wil ik in zo´n auto gaan zitten en de historie ruiken, voelen en proeven. Nagaan of er nog een zweempje parfum van de schooljuffrouw, die jarenlang in haar Eendje naar school tufte waar te nemen is. En of er misschien nog een vergeten aardappel in de kofferbak van de Opel Kadett ligt. Een souvenirtje van een vakantie naar Malgrat de Mar in 1974. Hollandse kneuterigheid in een historisch jasje, dus. Want zeg nou zelf. In een Duits huis wonen of naar een Belgische school gaan heeft toch een andere charme dan thuis aardappelen met vlees en jus eten, terwijl langs de stoeprand jouw Renault 16 met kenteken 72-NK-13 staat te glimmen?

dinsdag 17 juli 2012

Walk of Life

Tegenwoordig heeft iedereen het over levensloopbestendig. Wat een raar woord eigenlijk. Een regenjas is waterbestendig, bestand tegen water. Dus een levensloopbestendig huis is bestand tegen levensloop? Ach, ik wijk weer af van de platgelopen paden. Want eigenlijk wil ik het hebben over irritante liedjes. Je kent ze wel. Van die 'nummers' (waarom noemen we liedjes nummers, weer zo'n vraag...) waar je haar recht overeind van gaat staan. De bron van irritatie kan heel divers zijn. De stem van de vertolker, een vervelend instrument of de brij waarin een liedje verzandt. Ik heb een irri-top 5 samengesteld. In willekeurige volgorde stel ik ze graag aan je voor.

'Girls just wanna have fun' van Cindy Lauper. Tja. Cindy Lauper is het stereotiep huppelkut. Zogenaamd een beetje gek en ach, wat lollig. Als ik een wanhopige bouwvakker was, zou ik nog niet naar haar fluiten.
Haar stem klinkt als een kapotte startmotor. 'Girls..'is zo'n infantiel liedje dat gedraaid moet worden als mevrouw van Es veertig wordt. Bah.

Ashford and Simpson: 'Solid'. Vooral het zinnetje 'knock, knock on wood'. Daar kan ik gewoon niet tegen. Klaar.

'Ebony and Ivory' van P. McCartney en S. Wonder. Mijn God. Wat bezielt twee zulke grote sterren om een liedje met de flair van een slaphangende kaars op te nemen waarbij de heren klinken alsof ze zojuist zijn overlopen door een kudde olifanten? Het staat in schril contrast met de juwelen die ze aan de wereldmuzieksieradenkast hebben toegevoegd. Oproep aan alle radiozenders: nooit meer draaien!

Ik moest er even naar zoeken. Door verdringing helemaal vergeten wie 'I wanna be the only one' ook alweer vertolkte. Zo'n nummer dat de trap op rent en waar je kortademig van wordt. Adembenemend als in verstikkend in de overgeproduceerde brij aan het eind. Even Googlen (brrrr, eng woord) en dan blijkt de band 'Eternal' te heten. Voor eeuwig weg ermee, graag.

En daar is het levensloopbestendige nummer: 'The Walk of Life'. Ooit kocht ik de eerste LP van Dire Straits. En kort na ooit kocht ik de tweede. Fantastische muziek. Verfrissend, en intiem.
Tot Mark Knopfler een zweetband om zijn kalende hoofd ging dragen. Daarna ging het snel bergafwaarts. Met als absoluut dieptepunt de single 'Walk of Life'. Dat riedeltje met het orgel. Dat ritme, eeeeeeeh. Dit nummer wordt ALTIJD gespeeld door een suffe twee-mansband die tegen betaling je 25-jarig huwelijksfeest komt verknallen. En als de zanger dan ook nog durft te roepen: "Hoppa! De beentjes van de vloer!" verlaat ik halsoverkop het rampgebied om me te bezatten in de naastgelegen kroeg.

"Twaalf dubbele Johnny Walkers, graag"
"Dire Straits zeker?"
"Yep!"

woensdag 20 juni 2012

Folders fietsen

Een zonnige zaterdagmorgen, ooit in 1970. Met onze stoutste schoenen stond we op de pedalen van onze fietsen. Ik had een doortrapfiets. Een soort DAF op twee wielen, want je kon er even hard mee vooruit als achteruit. Maar dan zonder remmen. En dan toch helemaal naar de andere kant van de stad fietsen. Want daar zaten ze: de Volkswagen-, de Opel-, de Renault- en de DAFdealer. Uitgeput stapten mijn vrienden Luc en Marco en ik de showroom binnen. Waarbij we ons direct herstelden en ons voordeden als Grote Mannen die een autofolder kwamen halen. En soms lukte dat. Bij Renault niet. Daar was een verkoper, die we niet konden uitschelden, omdat we het woord lul nog niet kenden. "Stommerik", zeiden we dan, eenmaal buiten. Bij DAF waren ze uitermate vriendelijk en kregen we alle drie een stapeltje 33, 44 en 55 mee.
Opgetogen naar de Volkswagendealer. Ook daar scoorden we en mochten we met een mooie brochure van de VW 411 naar huis. En Opel dan? Tot op de dag van vandaag weet ik niet waarom we die oversloegen.
En daar stond je dan met je pak folders en een fiets `met zonder` snelbinder. Onder de arm geklemd houden was de enige optie. Dan is rijden zonder remmen en met een half stuur een geweldige uitdaging. Misschien een idee voor de mannen van Top Gear om dat eens over te doen?

maandag 18 juni 2012

'n Negen en twee Elven

Mijn vader had er één. 'n Negen. Ik weet nog hoe hij reageerde toen hij voor de caravan op de camping in Zuid-Frankrijk de Midi Libre zat te lezen. "Die wil ik!", zei hij, terwijl hij de persfoto van de Renault 9 liet zien. Ik vond het maar niks. Ik wilde een CX. Zijn 'R16', zoals intellectegente mensen de 16 plachtten te noemen, was uit productie en Renault had alleen de duffe 20 of de dure 30 als alternatief. Maar, het werd dus een 9. Een TSE Electronic. Helaas. Want wat een ellendebak was het. De lichtblauwe HJ-85-YJ zorgde voor een rode bankrekening. Aandrijfassen, remtrommels, kachels. Alles wat enigszins draaide aan het ding ging kapot. "Tja. Kinderziektes", zei de heer W. van de gelijknamige Renault-dealer. Na 2 jaar ruilde mijn vader zijn 9 weer in voor een R18. Bij een andere dealer, uiteraard. Drie keer raden hoeveel keer meer geluk hij met die badkuip had.....

En dan koop je zelf 10 jaar later een tweedehands Elf. Ook een lichtblauwe. Maar dan een driedeurs GTX. Een GTI voor mensen met een ringbaard. Een vierkante auto met een glazen bochel, die als sneue hatchback door het leven ging. Daar klopte dus werkelijk helemaal niets van. Maar ja...altijd binnengereden en op een oud vrouwtje gestaan, dus wie doet je wat...Welnu, het apparaat maakte bijna dat ik zelf nooit een oud mannetje zou worden. De gecarburateerde motor hield er op de gekste momenten mee op. Bij voorkeur op spoorwegovergangen of levensgevaarlijke kruispunten. Ooit sprak ik een psycholoog, die later met een kameel is getrouwd en hij zei mij dat de auto mij 'iets wilde vertellen'.  Wat dat was bleek een jaar later. Nadat ik de driedeurs 11 had ingeruild voor een veel modernere 11 GTX vijfdeurs van na de feeslift begon de ellende opnieuw. De vijfdeurs was gemakkelijker met de kinderen (Dat was in een tijdperk dat kinderen nog een bestaand woord was). Maar even gevaarlijk als de illustere voorganger. Waarvan ik overigens later vernam dat deze op een rotonde in Eindhoven in tweeën was gereden. Inderdaad deze overeenkomst met Bond berust op louter toeval. De witte 11 had dus hetzelfde euvel en werd gauw genoeg van de hand gedaan. En dat terwijl ik 11 nummer één had gekocht op voorspraak van mijn baas, die ons Eendje maar gevaarlijk vond. Moraal van het verhaal: Luister altijd naar psychologen die een kameel als echtgenoot hebben. Want je kunt je maar beter één keer een bult vallen....

Van een Mondeo een Ka maken

Ik vond een nieuwe baan. Vertegenwoordiger in relatiegeschenken. Nou, dat was wat. Cadeautjes verkopen wil toch iedereen? En ik mocht een nieuwe auto. Net nadat ik had proef gereden in een V40, een 156 en een 406 belde de aanstaande baas. Of ik misschien in een BMW wilde rijden. Nu lust ik best shoarma, maar om er op deze manier reclame mee te maken....? Dus ik zei volmondig: JA! Het was een groene 518i. Van de financieel directeur geweest. Nette auto. Zonder airco, maar met schuiffie-kantel. En een hele dikke stereo. Goed, dus. Tot die ene dag in maart. Net voor Oosterhout, kreeg ik ineens koude voeten. Onder het viaduct bij de verkeerslichten, hoorde ik een knal. De motorkap sprong uit zijn sponning en de bestuurder van de Jetta achter mij uit zijn auto. Veel rook en gesis. Doodgemoedereerd stapte ik uit en gluurde onder de motorkap. Veel vloeistof, rook en zo'n gele stank. Kapot. "Joh", zei een stem achter mij. "Ik denk: die auto ontploft, d'r zit een bom in."  Teveel de wedstrijd USA-Irak gekeken, dacht ik nog. Maar toen begon de ellende. Leasemaatschappij gebeld. "Er komt zo een sleepauto." Let wel, ik was 4 kilometer van huis. Na anderhalf uur kwam de sleepauto. "De zoveelste vandaag", verzuchtte de overall toen hij uit zijn cabine viel. Ik dacht nog: 'zijn er vandaag zoveel groene 518i's met een kapot koelvloeistofreservoir onder een viaduct gestrand'?

Drie uur later zat ik in de wachtruimte van de verhuurmaatschappij nadat ik twee uur naast een dikke man in een benauwde cabine had gezeten. Älstublieft, daar staat uw auto", zei de overwerkende verhuurmevrouw. Een Fiat Fiorino. Hoera. Ik weet nog dat ik tegen mezelf zei: "Daar ga ik nevernooitniet morgen 500 kilometer mee rijden." De volgende dag. Verhuurmaatschappij gebeld. "Kan ik ruilen?". Ja dat kon. In Breda haalde ik een hagelnieuwe Ford Mondeo Wagon op. Beter. Terwijl ik bij het verkeerslicht de radio probeerde te doorgronden , klapte op de rijstrook naast mij een R5 vol op een stilstaande Escort. Auw. Maar ik moest door. Had afspraken en wist nog steeds niet hoe de radio werkte. Snelweg op, invoegen en een vrachtwagen geeft mij keurig ruimte. Een kilometer verderop. Knooppunt Zonzeel. Links voor Breda, rechts naar de rest van de wereld. Voor mij staat een oplegger met heipalen en ik moet direct denken aan de megaslechte film De Vierde Man, waarin Jeroen Krabbé of zijn bijrijder een oog verliest aan een spies die van een vrachtwagen af komt. Of zoiets. In ieder  geval: ik kijk toevallig in mijn binnenspiegel en zie een vrachtwagen op mij af komen denderen. Stuur om, gas geven en BOEM.......! 100 meter later. Ik lig in een Mondeo met een omgebogen stuurwiel. Naast mij heeft de bezorger van Ikea een bankstel op het dashboard gemonteerd. Ik kom overeind en stap uit.

De man van de ANWB verstijft, in zijn handen een deken. "Ik zie geesten, geloof ik", stamelde hij. "Ik kon zweren dat daar niemand levend uit zou stappen. Kijk maar niet om." Dus dat deed ik. Wat eens een nieuwe Mondeo was, was nu een schroothoop, nauwelijks langer dan een Ka. De ambulance bracht mij naar het ziekenhuis. Wachten op een brancard en dan het fotohokje in. Wachten op een brancard en dan mogen luisteren naar de rugarts."Ik zie niets bijzonders", zegt de goede man. Ik tuur met hem mee naar de plattegrond van mijn nek en schedel. "Ik wel", zeg ik broodnuchter. Verbouwereerd kijkt de arts mij aan. "Ik moet weer naar de kapper, zo te zien." De Vijf heeft de klap niet overleefd. Ik wel. Met dank aan een bijzondere beschermengel. En daar moet ik toch elke keer aan denken, als ik shoarma eet.

vrijdag 15 juni 2012

Meester over Uw Ster


Nederland heeft verkeer. Deze constatering deed bij Mercedes Benz Nederland de noodklok luiden. De directie van de importeur van het merk met de Ster sommeerde de afdeling Training and Human Development een cursus te ontwikkelen voor bestaande en aanstaande Mercedesbestuurders. “Jawohl!”, riep het enthousiaste team van T&HD in koor. Onmiddellijk gingen zij aan de slag en enkele weken later presenteerden de dames en heren de cursus: Meester over je Ster. Inmiddels ijn de eerste uitnodigingen voor de cursus de deur uit. Voor belangsterrenden: Meester over je Ster in een notendop.
1.    
  1. Ken uw MB. Aangezien iedere Mercedes is uitgerust met de meest geavanceerde techniek, waardoor de bestuurder slechts een ondergeschikte rol speelt in de voortbeweging van de auto, beperkt het eerste deel zich tot een onderdeel: de richtingaanwijzer.  Gedurende drie weken krijgt de MB-bestuurder (a.s. en van A tot S) uitleg over de aanwezigheid, het nut en de bediening van de clignoteur. Wanneer deze eerste sessie van de cursus met het bijbehorende certificaat is afgesloten kan worden deelgenomen aan deel 2.
  2. 2.    
  3. Herkenning van de medeweggebruiker. In dit deel maakt de Mb-bestuurder kennis met het fenomeen overige verkeersdeelnemer. Aan de hand van eenvoudige pictogrammen leert de cursist het bestaan van en verschil tussen een andere auto, tweewielers en voetganger te onderscheiden. De praktijktoets bestaat uit een fietstocht op maandagochtend van Noord naar Zuid door Amsterdam. Na de lunch gaan de overlevenden naar Blaricum om een voettocht van twee kilometer langs een doorgaande weg te maken.
  4. 3.    
  5. In dit deel van de cursus wordt uitgelegd wat de ronde, vierkante en rechthoekige borden op palen langs de weg betekenen. Nu de MB rijder inmiddels weet wat verkeer is, kan uitleg over verkeersborden worden gegeven. Bijvoorbeeld waar ze voor dienen en wat ze betekenen.


Na afloop van de cursus wordt aan alle deelnemers, die geslaagd zijn een zogenaamd ‘Premiumpack’ uitgereikt. Deze bevat een gum met MB-logo, waarmee de tekst “Hinder met uw Benz, zo veel mogelijk uw medemens” van de eerste bladzijde van het instructieboekje verwijderd kan worden.

Iso Rivolta. Iso?


Nadat ik het hoofdstuk in het megaboek Iso, the Men, the Machines over het prototype van de Iso Rivolta GT heb verslonden, realiseer ik mij opeens dat het exact vijftig jaar geleden is dat dit meesterwerk werd geboren. In mijn verbeelding doemen beelden op van de uitgeputte ingenieurs en machinebankwerkers, die met een peuk in de mondhoek en in hun ruimvallende kleding lassen en vijlen, meten en overleggen. Dan weer de handen de lucht in van euforie en snel genoeg weer de handen in het haar over de haalbaarheid van het project. Je kunt de mannen bij wijze van spreken ruiken. Opvallend genoeg zijn de beelden in mijn hoofd in zwart-wit. In dezelfde sfeer als de foto´s van schitterende Italiaanse creaties van Pininfarina, Touring en Vignale. Met een vage achtergrond, waar de contouren van Turijn of Milaan zich aftekenen achter een rij cipressen. Opvallend genoeg is het loodzware boek ‘Iso The Men, The Machines’ licht verteerbaar. De verhalende schrijfwijze van auteur Winston Goodfellow houdt de aandacht van de lezer continu vast. Een boek dat het zoeken èn lezen waard is!

donderdag 14 juni 2012

Ome Piet

Mijn oudoom Piet had een compostbedrijf in Helmond. ‘Ome’ Piet was fors, zeg maar gerust reusachtig. Zeker in de ogen van een kind. Hij was een vriendelijke reus, die met zijn vrachtwagen rond Helmond de grondstoffen voor zijn handelswaar ophaalde: stront, dus. Op een goeie dag, ergens rond de herfst eind jaren zestig, vroeg hij mijn moeder om een trui voor hem te breien. Het werd een tent, waar mijn broertje, zusje en ik volledig in pasten. Toen hij de trui op kwam halen was hij blij als een kind. En ik mocht achter het stuur van zijn Bedford zitten. Een racestuur was het, anders paste ome Piet er niet meer achter. Daar moest ik aan denken, toen deze jongen door het beeld reed.


Ik wilde bijna zwaaien en ‘Dag, ome Piet’, roepen.






woensdag 13 juni 2012

Familietrekjes

Het komt in de beste families voor: niet iedereen kan de knapste zijn. Dat gaat ook op voor families in de autowereld. Neem nu de Mégane-reeks van Renault. De hatchback is de doorsnee verstandige maar ietwat saaie broer. Geen fratsen, geen excessen. Gewoon een brave jongen, waar niks mis mee is. Of het moet zijn dat-ie tikkeltje oud geboren is. Nee, dan doet zusje coupé het beter. Een knap ding, dat af en toe uitdagend met haar heupen wiegt. Maar in de concurrentiestrijd met haar rivalen staat ze haar mannetje. Broertje Grand Tour is de slimmerik van het stel. Een beetje uit de kluiten gewassen, maar het joch weet er goed raad mee: iedereen schijnt met hem overweg te kunnen. En dan zusje CeeCee. Ze gedraagt zich als een wereldster. De Lady Gaga onder de Méganes. De een gaat onmiddellijk door de knieën voor haar flamboyante verschijning en de ander keurt haar geen blik waardig. Het extreme tiepje, dus. Heb jij ook zo´n familie?

vrijdag 8 juni 2012

Vergetelijk. Deel 2: de Renault 20

Daar staat ze dan. Een beetje verdrietig naast een Triumph Dolomite, die bijna overleden is. Een Renault 20. In een typische jaren 70 kleur, goud metallic. De 20 was het goedkopere broertje van de Renault 30. En opvolger van de legendarische Renault 16. Ik vond het altijd een beetje een kleurloze, saaie auto. En als ik hem zo zie staan, dan denk ik: goh, er is er nog één. Waar zou de rest gebleven zijn? Enige leuke detail: een origineel NL-kenteken.

dinsdag 5 juni 2012

Digilogica

Vroeger was alles analoog. Terwijl we niet eens wisten wat analoog was, keken we naar de televisie en luisterden we naar de radio. Radio 3 was toen nog Hilversum drie en Veronica een boot. Niemand die zich afvroeg hoe al dat beeld en geluid in onze huiskamers terecht kwam. Via "de lucht" dan langs de antenne en vervolgens via een draadje je radio- of TV toestel in.

Inmiddels moeten we allemaal digitaal. We kijken nog steeds tv (zo plat mogelijk), luisteren nog steeds radio (zo hard mogelijk èn met beeld, via de PC) en bellen, sms'en, chatten, twitteren, msn'en en Hyvesen ons suf. Weet u dat ik schrok, toen ik iemand'voor het eerst hoorde zeggen: "Ik heb Hyves!".
"Hebben ze daar al een medicijn tegen?", was mijn domme wedervraag. Generatiekloof 1.
Over kloven gesproken, de digitalisering brengt ons dichter bij elkaar. We gaan de hele wereld over. Weliswaar ééndimensionaal, maar als je een mailtje naar Australie heb gestuurd, heb je toch het gevoel wat bereikt te hebben.

Dat mensen dichter bij elkaar komen, zag ik onlangs in letterlijke zin. Twee meiden van een jaar of 10 zaten naast elkaar op een bankje. De onderbeentjes wiebelden vrolijk heen en weer. Beide hadden een mobieltje in de vingers geklemd. Geconcentreerd turend naar het 2,5 inch TFT scherm met weet ik wat voor technologie zaten ze te sms'en. Niks bijzonders, toch? Totdat bleek dat ze met elkaar zaten te sms'en. Op 30 centimeter van elkaar....Ik begreep ook waarom ze niet met elkaar konden praten. Hun kaken stonden niet stil: ze waren een enorme kauwgom aan het herkauwen. Generatiekloof 2.

Ik wacht op de eerste schoolfiets met laptop op het stuur en spraaknavigatie...

woensdag 23 mei 2012

Watts up?

Soms probeer ik mij voor te stellen hoe het is: elektrisch autorijden. Maar dan raken mijn gedachten al gauw in een wisselstroomversnelling. Auto rijden is voor mij niet alleen mijzelf -met of zonder passagiers, bagage of dozen oud papier- verplaatsen van A naar G, maar ook een stuk beleving. Ik ben waarschijnlijk niet de enige, die zichzelf een geweldig stuurman waant en op een bochtige weg in gedachten zijn veel te dikke Volvo V70 D5 verruilt voor een Aston Martin DB9 of een Lotus Elise. Auto rijden vergroot de verbeeldingskracht. En dat is precies wat ik nodig heb om wakker te blijven in het verkeer.

Elektrisch rijden is voor mij dan ook geen interessante optie. Natuurlijk maak ik mij zorgen om het milieu en waardeer ik alle inspanningen die autofabrikanten zich getroosten om de elektrisch aangedreven auto in de markt te zetten. Maar daarmee alleen red je het milieu niet. Daar is een totale mentaliteitsverandering voor nodig. In die trein zit ik helaas niet. En ook niet in een Prius of een Twizy. Ik vrees dat ik dan na 3 minuten in slaap val, om vervolgens met een schok wakker te worden onder de achterbumper van een Dodge RamVan. 
Nee, ik zit liever in mijn dampende diesel met bijbehorend geluid. Ik durf er voor uit te komen dat ik het gaspedaal regelmatig diep in trap om te genieten van die heerlijk rochelende vijfcilinder en die duw in de rug die wordt veroorzaakt door een combinatie van koppelboost en het overgewicht van mijn 15 jaar oude Volvo. En ik wil dat mijn medeweggebruikers mij horen en zien. Is dat schokkend? Misschien. Maar tot nu toe heeft niemand mij van de weg gedrukt en met een taser behandeld of heb ik een argeloze fietser in een shocktoestand gebracht, omdat ik totaal onverwacht naast hem opdoemde. Daar valt ook iets voor te zeggen.

dinsdag 15 mei 2012

Autootje kopèèh...?


Waar is de tijd gebleven dat je met je ongeïnteresseerde vrouw, een dochter die nodig naar de WC moest en een zoon die alle automerken kende, de showroom van de plaatselijke autodealer binnenstapte?. Om vervolgens op een totaal ongeïnteresseerde en veel te snel pratende verkoper met fout pak en ongepoetste schoenen te stuiten, die je alles vertelde over de auto, waar je niets van wilde weten? En je vroeg: “Wat krijg ik voor de mijne terug?” Waarop de verkoper –na een keer tegen de banden te hebben geschopt - je veel te weinig bood? En jij vertelde wat je er bij ‘die ander’ voor terug kreeg en er dan 1000 gulden bij loog? Om vervolgens te gaan proefrijden met de auto, die je vrouw veel te duur vond, je zoon slapeloze nachten bezorgde en waarvan je dochter de achterbank vol pieste, omdat het te laat was? Uiteindelijk sloot je de deal, zonder te weten of je het allemaal wel kon betalen. Gewoon, om van het gezeur van je vrouw, het gezeik van je dochter en het gekwijl van je zoon af te zijn. En als klap op de vuurpijl van je schoonvader te horen te krijgen dat je een kutauto had gekocht?

maandag 14 mei 2012

sPap en zijn zondagse soep. Van gisteren.....

Spap was gek op soep. Liefst zo heet mogelijk. Op zondag beleefde hij zijn wekelijkse soephoogtepunt. Dan serveerde smam of zoma de zondagse soep. Op zaterdag voorbereid. Van gisteren dus, want dan was de soep het lekkerst. Heerlijk doortrokken met alle smaken uit de ingrediënten. Maar ook voor een gewoon soepje uit pak of blik kon je hem uit zijn middagdutje wakker maken. Dan hing spap over zijn bord of kommetje en slurpte er lustig op los. Als er dan zo'n heerlijk vermicellislangetje in zijn snor hing te bungelen zeiden wij expres niks.

Er is meer tussen hemel en aarde. In de kerk weten ze daar alles van. Ons spap en smam zijn getrouwd in de Bernadettekerk in Helmond. En precies op de plek, waar het kerkelijke huwelijk werd voltrokken heeft de supermarkt, die nu in het kerkgebouw is gevestigd, de soep geëtaleerd. Maar zondagse soep van gisteren, die verkopen ze daar niet.....

woensdag 9 mei 2012

Thema en de buurman

Net de week er voor had ik mijn buurman een nieuwe Thema verkocht. Hij was trots als een aap, want nu had hij de dikste auto in de straat. "Hier", zei mijn baas na een drukke week in de showroom. "Neem jij deze maar een weekend mee." Hij overhandigde mij de sleutels. Gekleed in een colarode huid met een lichtgrijs interieur keek zij mij vervaarlijk aan. Ik opende de motorkap om er zeker van dat er toch echt een Ferrari V8 in het vooronder van de 8.32 lag. Ik stapte in en zette de bestuurdersstoel en het stuur in de juiste positie. De CD 'Amused to Death' van Roger Waters gleed zoevend in de sleuf van de speler. Dak open en het feest kon beginnen. Starten. Een lichte grom, geen trilling, niks. Heel behoedzaam stuurde ik haar richting de ring Amsterdam. File. Ik sloot keurig aan. Na enkele kilometers had ik al diverse duimen te pakken. Blondines die ik niet eerder in de file had gezien, schoven de zonnebril omhoog en knipoogden. Grijns.

Het spoorviaduct. De motor was inmiddels op temperatuur dus gas geven mocht. Het pedaal liet zich minder makkelijk bedienen dan dat van de Delta 2.0, waar ik dagelijks in reed. Het resultaat was heftiger dan ik verwachtte. Een enorme brul verliet de uitlaat. De auto's achter mij vlogen spontaan op de handrem. Raampjes gingen open en hoofden draaiden in mijn richting. Brede grijns. De weg vrij en voorzichtig accelereerde ik naar 100. Netjes rijden, dacht ik nog. De beleving viel wat tegen. Tot ik spontaan de afrit naar huis voorbij reed. Even het gas intrappen.

Eenmaal thuis stond de buurman onmiddellijker naast de 8.32 dan ik dacht. "Wat een lelijke kleur!", riep hij uit. Mee rij....hij zat al naast mij op de bijrijdersstoel. Op weg naar de verlaten A9. 100. 120. Gas erop en hopla 200. Buurman's gezicht verbleekte tot eenzelfde kleur als de bekleding. 235. Tijd om af te remmen, terug te schakelen en VEEL tussengas te geven. Een ware symfonie! Terug bij de voordeur. "Is het nu echt zo dat de hoofdsteunen achter pas omhoog gaan?" Hij neemt plaats in een achterzetel en ik besluit hem te trakteren op een rondje door de buurt met deze koninklijke sportlimousine. Harrie, voor altijd: BEDANKT!.

Lamborghini Espada

Espada, my love

We stonden voor de deur en twijfelden heel even. Zouden we wel binnen mogen? Met knikkende knieën, een doorgehakte knoop en het droombeeld van 100.000 gulden in de knip, stapten we de showroom aan de Wibautstraat binnen. Alsof het dagelijkse kost was, namen we plaats in een Chrysler LeBaron en begonnen aan knopjes en handles te frunniken. De enorme bestuurdersstoel met lichtblauw velours bekleding schoof zacht zoevend naar voren. Ik kon nu bij de pedalen en pakte het gigantische stuurwiel vast. En juist toen ik onder de rand van het stuur door keek, zag ik haar staan. Felgroen, uitdagend, ja haast eng. Mijn vriendje en ik keken elkaar vragend aan. Nog een stapje verder? Ach, wat kan ons het schelen.

We maakten een dansje rond de Italiaanse schone. Keken door het zijraam, de enorme achterruit met die rare extra brievenbus. Om de voorkant goed te kunnen bekijken, moesten we meters acheruit lopen, anders paste deze niet op het netvlies. Dan, heel voorzichtig het portier open. Een enorme lap uit metaal en glas. De toegang tot de groene hel of een weelderig Walhalla? Met een soepele beweging stapten we in, om pas na vijf minuten weer de ademhaling te hervatten. Ik kon mijn 'reisgenoot' nauwelijks zien door de enorme middenconsole. De teller reikte tot 320. En de koppeling kreeg ik niet ingetrapt. Terwijl we het kunstwerk zweefden, stapte de verkoper vriendelijk lachend op ons toe. "Mooi, hè jongens, zo´n Lamborghini Espada. Trouwens, een van jullie is blijkbaar vergeten zijn fiets op slot te zetten!"

Achterop de fiets bij mijn vriendje droomde ik heerlijk verder...

dinsdag 8 mei 2012

Volvo 745 Turbo

Zelfs het kenteken weet ik nog: NP-84-HR. Een zilvergrijze Volvo 745 Turbo bezorgde mij twee slapeloze nachten en een onvergetelijke dag. Het begon allemaal toen een collega vroeg of ik zin had om als chauffeur mee te rijden bij de première van de film 'De Aanslag'. Leek me leuk, dus ja. Een maand later zat ik in de trein en bus, op weg naar Beesd. Ik meldde mij keurig bij de balie en werd doorgesluisd naar een kantoor, waar 16 zenuwachtige en stoere mannen rond een bureau verzameld stonden. "Pak maar een sleutel, de auto´s staan klaar, morgenvroeg vóór negen uur terug", klonk de instructie. Ik had net 3 maanden tevoren mijn rijbewijs gehaald, dus hoorde ik bij de groep zenuwachtigen. Tot ik zag welke auto ik had `gewonnen`. Een dikke 745 Turbo! Quasi-ongeboeid stapte ik in de bolide. En meteen maakte ik mij zorgen. Morgenochtend terug? Dus de auto staat de hele nacht bij mij voor de deur. Op de Herengracht, hartje Amsterdam....!

Voor het wegrijden bestudeerde ik de ergonomie van de NP-84-HR. Om vervolgens te starten en heeeeel voorzichtig weg te rijden. Tegen de tijd dat ik bij de A2 was, was de motor reeds op temperatuur. Keurig op de rechterweghelft reed ik 100. Even voorzichtig het gaspedaal verder indrukken. Nooit meer doen, dacht ik toen. In een mum van tijd reed ik 160. Gas terug en terug naar rechts. In het drukke stadsverkeer van de hoofdstad had ik ogen en oren tekort om de Volvo schadevrij naar de Herengracht te loodsen.

Die hele middag moest ik wachten tot ik naar het Hilton mocht rijden. Toch maar eerst even een ritje naar pap en mam in Landsmeer. De geijkte reactie van vader: "Laat die maar hier staan!" Terug naar huis: Zondagse pak aan, overhemd drie keer gestreken en gaan. De eerste `klant´van die dag was hoofdpresidentdirecteur-cie-ie-oo van Cannon Productions met zijn vrouw. Alsof ik het al jaaaren deed reed ik hen naar het Tuschinski Theater.

De rit na de première vergeet ik nooit meer. Er stapte een oudere man in die al tijdens het instappen aan het praten was tegen....eh...niemand. Onderweg naar het Hilton babbelde hij vrolijk door, om vervolgens na het uitstappen verder te kletsen tegen dezelfde niemand. Hij gaf mij een fooi en zei: "Jij komt er wel, jongen!". Bedankt, meneer Kraaykamp Senior, voor deze onvergetelijke rit."
De volgende ochtend. Ongeslapen stapte ik om 07.00 uur in de NP-84-HR. Ongeschonden was zij de Amsterdamse Nacht doorgekomen. Amsterdam-Beesd in vijf minuten. Althans, zo voelde het.

Een jaar later ging ik bij een Volvodealer werken. En mijn eerste klant aan de balie? John Kraaykamp. Junior. Een dag daarvoor was bekend geworden dat de film de Aanslag een Oscar had gewonnen.

maandag 23 april 2012

Vergetelijk! Deel 1: de Mitsubishi Tredia

Sommige ‘gewone’ auto´s zijn onvergetelijk geworden. De Eend, de Kever en de Mini of de Fiat 500. Dagelijks zie je ze nog rond rijden en stuk voor stuk zijn het iconen uit de historie van de auto. Of de Twingo of de Ford Ka ooit aan het illustere rijtje worden toegevoegd, is nog maar de vraag. Naast de modellen die soms een nieuw tijdperk inluidden zijn er de bekende ‘Buter und Brot’ auto´s die een grote schare liefhebbers kennen. De Escorts en Kadetts doen het bijvoorbeeld nog steeds goed bij de liefhebbers.
Helaas verdwijnt een groot aantal auto´s uit vervlogen jaren in de donkere schaduw van de vergetelheid. Wie kan zich nog een Citroën LNA voor de geest halen? Of weet hoe een Renault 14 eruit zag? Om nog maar te zwijgen over exoten als de Zastava Yugo of de Mitsubishi Tredia. Toch rijden ze nog rond. Vooral in Afrika of Azië kom je op straat nog wel eens een zwaar gedeukte Datsun 1800 –zie slippende auto in filmpje tijdens van de aller slechtste chauffeur van Nederland-tegen. Jammer eigenlijk, want er zaten veel leuke auto´s tussen. Auto´s die met de jaren alleen nog maar meer gaan leuken! Voor Driek2 een mooie aanleiding om ze in beeld te brengen. Tenminste: als je er een in het wild tegen komt.
De aftrap wordt gedaan door deze prachtige Mitsubishi Tredia 1.4, geboorte datum 24 februari 1983. Ik kwam hem tegen in Hernen, Gelderland. De aanblik riep bij mij onmiddellijk vragen op. Wie heeft deze auto ooit nieuw gekocht? En hoe is het mogelijk dat deze Tredia er na 29 jaar nog zo fantastisch uitziet. En hoe onderhoud je zo´n apparaat? De Tredia werd destijds als model tussen de Lancer en Galant op de markt gebracht en is geleverd tussen 1982 en 1990. Naast de Tredia stond de alleraardigste ogende Cordia in de showroom. Hoeveel er in Nederland zijn geleverd is niet bekend. Volgens insiders is de naam Tredia een samentrekking van de woorden Three en Diamonds, als verwijzing naar de drie diamanten in het logo van Mitsubishi. Maar eh...waar komt Cordia dan vandaan?

maandag 16 april 2012

De 343: ze heeft wel wat

Driek heeft mij gevraagd om eens een stukje te schrijven over mijn huidige auto; de Volvo 343 DL.
Ik was toendertijd op zoek naar een tweede auto, vanwege het werk van mijn wederhelft.
Een belastingvrije auto leek me wel ideaal, want belasting betalen doen Hollanders nu eenmaal niet graag.
Op een goede dag kwam ik een 343 tegen. Een 343, voor degene die m nog niet kennen, is de voorloper van de 340. Enog verschil in uiterlijk is de neus.
Vroeger, in mijn jongere jaren, heb ik wel eens een 340 voorbij zien komen, vaak bestuurd door een treuzelend oud omaatje. Ik vond ze toendertijd zo lelijk als de nacht.
Als ik er nu een zie vind ik ze nog steeds lelijk, maar zoals sommige dingen die er niet uit zien, hebben ze wel wat.
Hij was blauw met weinig kilometers en nog een automaatje ook. Lekker ontspannen cruisen, dacht ik dus.
Ik ben gaan kijken bij de handelaar en heb 'm gelijk gekocht. Interieur had weinig geleden, de lak zag er nog puik uit, op wat deukjes na van een fikse hagelbui en de auto liep best goed. Het zitcomfort is subliem. De stoelen zijn ontzettend zacht en aangenaam.
Het is een Variomatic. Dat is zoiets als een oude Puch bromfiets. Oude DAF-techniek. Als je heel hard gas geeft gebeurt er niet zo spectaculair veel, behalve dat er een kolk ontstaat in de benzinetank vanwege het verbruik. Iemand had me verteld dat een Variomatic veel verbruikt maar dacht, 'dat zal toch wel meevallen', aldus een over-enthausiaste aspirant-koper… Het verbruik is inderdaad behoorlijk. Mij was een verbruik van 1:7 beloofd. Nou, ik kan je vertellen dat dat redelijk positief is ingeschat. Na een kilometertje of 250 staat deze jongen alweer bij de pomp om er weer 40 litertjes in te gooien. Net als iedere oudere auto zit er hand-choke op en dat is toch even wennen. Voor mensen die nog nooit met een auto hebben gereden met een hand-choke blijkt deze nog wel lastig te zijn. Jemoet een beetje spelen on de auto lekker te laten lopen bij een koude start. Heb je teveel choke, dat staat deze onherroepelijk af.

Hoe rijdt een 343?

Binnendoorwegen zijn ideaal voor deze auto. De wegligging is, ondanks de bladveren achter, best goed te noemen optrekken, zoals gezegd, gaat moeizaam dus enig geduld of een grote portemonee(vanwege stijgend verbruik) is geacht.
Op de snelweg is de auto redelijk stil, ook bij hogere snelheden. Het meeste lawaai hoort bij de Variometic overbrenging. Of dit bij mij aan de riem ligt durf ik niet te zeggen. Als de Variomatic minder lawaai zou produceren zou dit werkelijk een stille auto genoemd mogen worden.
De mop van Variomatic is dat je er zowel vooruit als achteruit dezelfde snelheid mee zou kunnen bereiken. Let wel; zou kúnnen bereiken. Het lijkt me niet raadzaam om met 120 km/uur achteruit over de snelweg te kachelen.
Bij de fameuze achteruitrij-races zijn veel van deze 323’s helaas gehemeld. Er eentje te koop vinden is dus vrij moeilijk.
De motor die is gebruikt is dezelfde als in een Renault 4. Ieder jaar is er weer een kleine update uitgebracht, maar de basis is hetzelfde. Wel lastig is het om onderdelen te vinden die passen, vanwege de variaties.
Met mijn auto heb ik al veel kosten gehad. Dit is echter te wijten aan het lange stilstaan. De 79000 kiometertjes lijken weinig, maar als de auto een langere tijd stil staat kan de koelvloeistof naar beneden zakken door een poreuze rubber of een lekkende pakking. Vervolgens kan er corrosie ontstaan en vreet deze corrosie de binnenkant van je koelvloeistof-kanalen weg.
Bij mij kwam de garagist met een rekening van bijna 2000 euro uit. Let dus op bij een lage kilometerstand.
Ondanks dit ben ik nog steeds zeer bij met mijn auto. 

Auteur: Jelle van Neerven

donderdag 12 april 2012

Briljant saai

Het keuzepallet op de Nederlandse automarkt is goed gevuld. Je kunt uit tientallen merken en duizenden modellen kiezen. Leuk. Op de openbare weg wemelt het van de Opels, Volkswagens, Toyota´s en nog veel meer merken. Jammer genoeg is de Nederlandse autokoper voorzichtig met de aanschaf van zijn of haar vierwieler. Kijk alleen maar eens naar de kleuren. Zwart, grijs en blauw overheersen. Nu niet meteen allemaal naar de showroom rennen om een strontbruine Dacia Duster te bestellen. Want niet alleen de kleurkeuze is saai, ook veel gekozen modellen zijn saai. Rustig maar, de designafdelingen van de autofabrikanten doen hun uiterste best om van een Opel Zafira iets sportiefs, van de Porsche 911´s iets functioneels en van de Daihatsu Move een auto te maken. Toch lukt het niet altijd om harten sneller te laten kloppen. Althans niet met het mijne. De vraag is: wat is nu de Top 5 saaiste auto´s van Nederland. Je bent vrij in de keuze, het model mag allang niet meer te koop zijn en je mag meerdere auto´s van één merk kiezen. Driek geeft alvast een voorzetje:
1.       Staalgrijze Volkswagen Touran met standaard velgdoppen
2.       Zilvergrijze Toyota Liftback uit 1999
3.       Donkergroene Renault Kangoo, 1e model
4.       De D-Kadett van Opel in alle kleuren
5.       Bordeauxrode Daewoo Nexia Sedan
Inderdaad. De Demio staat er niet bij. Want auto´s waar je om kunt lachen zijn in ieder geval niet saai.
Welterusten

Onsaai


donderdag 5 april 2012

Aura

“Heb jij soms een hekel aan kleine auto’s?”, vroeg iemand mij laatst.
“Eh, neu, hoezo?”
“Nou ja, je zeikt elke keer die Demio´s en Wagon R+++ zo af. Zijn toch best praktische karretjes?”
“Zeker, zeker, maar dat aura, hè? Daar worstel ik mee.”
“Oh, ik wist niet dat die auto´s een aura hadden?”
“Precies.”

donderdag 29 maart 2012

Martha reageert op Mazda

En dan gaat de telefoon. “Met Driek.”
Een krakende stem roept: “U spreekt met Martha. Bent u diegene die op interned verhaaltjes schrijft?”
“Internet, bedoelt u?”, zeg ik.
Zij: “Ja, dat zei ik toch?”
“Is met een t”
“Nou ja. In ieder geval ben u dat?”
“Eén van de, ja. Hoezo?””
“Ja. U maakt oudere mensen belachelijk en ik zal u zeggen waarom. Kijk, het zit zo. Ik zag het groene otootje van mijn broer rijden”
“Autootje.”
“Pardon?”
“Laat maar, gaat u verder met uw verhaal.”
“Dus ik denk. Ha, da´s Bert. Dag Bert, zwaaide ik nog. En toen zag ik dat er een langharige krullenbol met een enge zonnebril achter het stuur zat. Die nog terugzwaaide ook. Ik schrok me een hoedje. De vlegel. Was u zeker, hè?”
“Kun.”
“Nou, thuis heb ik direct mijn zuster gebeld en die heeft mijn zwager er op uit gestuurd.”
“Spannend. En toen?”
“Hij had u gauw genoeg opgespoord en u even duidelijk gemaakt wat hij ervan vond dat u in Bert´s auto reed!”
“Oh, dan heb ik hem gezien. Dus dat was geen duim, die hij opstak…?”

Blaasensemble

Okay, daar komt-ie dan. Een top-tien auto´s die in mijn optiek wind- en weerzinwekkend, stuipveroorzakend lachwekkend, oorverdovend lelijk, impoterend sexloos, eetlust vernietigende optische milieuvervuilers, maar niet minder praktisch zijn en daarom blijkbaar bestaansrecht hebben:
1.       Mazda Demio
2.       Daihatsu Move
3.       Suzuki Wagon R+
4.       Hyundai Atoz
5.       Toyota Corolla Verso deel 1
En nu maar wachten op een heerlijke lentestorm, waardoor ze van de weg verdwijnen. Voor wie goed verzekerd is en de auto bij genoemde storm van de oprit ziet waaien, de volgende tips:
1.       Kia Picanto
2.       Hyundai i10
3.       Volkswagen Up!
4.       Rollator
5.       De bus

woensdag 28 maart 2012

Mazda Demio

Laatst mocht ik een dagje sturen met een Mazda Demio. Je weet wel, de opa van de Ford Fusion. Een foeilelijk groen apparaat met grijze bekleding. En een dashboard met daarin een cassettespeler, waar mijn zoon gebiologeerd naar bleef kijken. “Nee, jongen. Da´s niet zo´n klok als bij oma waar een vogeltje uitkomt. Daar kun je muziekjes mee draaien…” De eerste meters dacht ik nog: rijdt best lekker zo´n karretje. Tot de eerste bocht. Dat dit apparaat onderstuurd is, is het understatement van het jaar. Bijna vloog ik met 22 kilometer per uur het bloemenperk van de overburen in. Voorzichtig aan, dan maar. Erger werd het toen ik ontdekte dat oudere dames naar mij begonnen te zwaaien. Was ik een bekende van hen?  Zal toch niet. De eerste keer zwaaide ik fatsoenshalve nog terug, begeleid met een oprecht “daaaaaag!”. Tot ook bejaarde mannen de duim omhoog staken en toeterden. Gestopt en uitgestapt om te kijken of de stoffelijke resten van Rita Hayworth op mijn dak lagen. Nee, dus. Wel een uitschuif-antenne. Die het nog deed ook. Kwaliteitje, meneer. Ik heb de dag verder doorgebracht onder een papieren tas met twee kijkgaatjes. Het fluorescerende zwaaihandje op de achterruit nam de overige taken waar en mijn zoon probeert nu nog de cd van Guns ´n Roses uit de cassettespeler te krijgen. Mag ik de volgende keer een andere leenauto, meneer de garagist?

maandag 19 maart 2012

Memory Lane

En in één klap was ik veertig jaar terug in de tijd. Daar zat ik als menneke van zeven weer bij oma achter het raam. Vanuit haar  bovenwoning aan de Margrietlaan kon je prima uitkijken op de brede Burgemeester van Houtlaan. Samen met mijn twee jaar oudere broertje keken we naar de voorbij razende auto’s. De laan was voor die tijd een drukke weg, maar naar hedendaagse begrippen zwaar autoluw. Elke twee minuten reed er een auto langs. Zo snel mogelijk schreven mijn broer en ik het merk en type op. Ford 17M, Opel Rekord, Fiat 1300. Ik won altijd , want ik kende alle merken. Ook die niet bestonden.
Nu kijk ik weer over een brede laan uit. In Knokke, vanuit het hotelraam. En ik verbaas mij over de passerende auto´s. Range Rovers, Q7´s, California´s, DB9´s en XF´s. De merken kent iedereen wel. In ieder geval zijn op deze drukke laan de Kadett´s, Capri´s en Kevers van weleer ver te zoeken. Maar ze komen stiekem wel langs, in mijn geheugen. Precies, zoals veertig jaar geleden.

vrijdag 9 maart 2012

Even niet over auto´s: Apparaat Turen

Wat zijn wij met z'n allen toch infantiele, saaie wereldburgers. Zodra wij op een plek zijn, waar we ons 'vervelen' halen we ons apparaat tevoorschijn. Alsof we onmisbaar en uitermate belangrijk zijn gaan we op priegelige toetjes zitten drukken en naar veel te kleine schermpjes zitten turen. In de bushalte, in de trein, of wachtend op het vliegtuig, het maakt niet uit. In een mum van tijd ben je omringd door medetuurders. iPhone, Blackberry en tablet zijn ineens het middelpunt van ons bestaan.

Maar mensen, er is zo veel te zien in de wereld. Ook op plekken waar je bang bent dat de verveling toe kan slaan. Houd het ding eens in de zak en kijk eens rond. Of koop voor mijn part het lijfblad voor de Vrienden van het Knaagdier en ga lezen. Maar hou op met dat apparaat getuur. De wereld draait ook wel door zonder dat je vriendin weet dat je in de trein zit of stop met  luidruchtig in een bomvolle treincoupé te verkondigen wat je de afgelopen nacht tussen de lakens hebt uitgespookt. Maar ik ben bang dat het alleen maar erger wordt. Dat de wereld straks wordt geregeerd door de eigenaren van belminuten en draadloze netwerken.

Joh, wat een leuk verhaaltje. Gauw even via mijn HTC Wildfire 1.6 GLX de Luxe twitteren hoe leuk ik ben.

dinsdag 6 maart 2012

SpijtAuto´s


Soms heb je spijt. Dat je een bepaalde auto niet hebt gekocht. Omdat het saldo ontoereikend was. Of simpelweg omdat je niet kon bevroeden dat sommige auto´s ooit zouden uitsterven in ons kikkerlandje. Maar, aan had ik maar…heb je niks. Over welke auto´s heb ik het dan?
Als voormalig autoverkoper heb ik behoorlijk wat inruilauto´s de revue zien passeren. En heel af en toe zat daar een exemplaar bij, waarvan ik dacht: die wil ik zelf wel hebben. De auto die mij het meest is bijgebleven is een Citroën CX 2.4 GTi uit 1987. Een turkwaaszjeze. Ofwel lichtgroen metallic. Een plaatje om te zien en met slechts 28.000 kilometers op de teller. Hoor ik daar al kwijl op de grond kletteren? Helaas vertrok de groene prinsessendochter richting de handel. En ze leefde waarschijn niet lang en gelukkig meer.
Een lichtblauwe Renault 16 TX. Ook een auto waar niemand in geloofde. Althans, in 1994. Slechts 43.000 gelopen. Met die fascinerende rode muizenpikkies die in een doorschijnend dopje bovenop de deurpost omhoog kwamen als je de portieren sloot. En zelfs die knalrode Volvo 850 GLT. Een van eerste exemplaren. Met die leuke ribbels op de bumpers. Voor omgerekend euro 700 ingeruild. Uit 92 met 140.000 kilometertjes. SpijtAuto´s, waar zijn jullie toch gebleven?

Pluimpje geven

De laatste tijd rijd ik nog maar weinig auto. Zeker vergeleken met vijf jaar geleden. Iedere dag 100 kilometer in het Nederlandse verkeer, daar slijt de adrenalinepomp behoorlijk van. Snijders, klevers, plotseling-naar-links-ganers. Noem ze maar op, irrimobilisten in hun leasebak en de100-jarige blindvaarders in hun –ja hoor-Daihatsu Atozzzzzzzen.
Op het kleven heb ik iets leuks gevonden. De ruitensproeier-truc en het aantippen van het rempedaal zijn al bekend. Nee. Ik maak dankbaar gebruik van het feit dat onze V70 een dikke, ouderwetse diesel onder de kap heeft. En een automaat.
Klevertje? Even het gaspedaal tot op de bodem intrappen. Het 1.500 kilo zware gevaarte versnelt vervolgens rapper dan menigeen verwacht. En een dikke zwarte roetwolk, die iedere milieuactivist doet verbleken is des klevers deel. Een pluimpje geven, noem ik dat.

maandag 5 maart 2012

Royale misser

Dat weekend mocht ik hem meenemen: een Renault 5 GT Turbo. Ingeruild op een Clio Williams. Ik nam de witte dondersteen mee naar huis en genoot van de herrie, de zware en directe besturing en de fenomenale trekkracht. 170 op de ring A10 met een gevoelssnelheid van 240!
Zondag naar Hilversum. Op uitnodiging van een klant naar het Heineken Open. Over de binnenwegen langs de Vecht. Een gevecht met G-krachten en doorslippende voorwielen. Ik waande mij een volleerd rally-rijder. Zonder helm en met de zon tegen. Wat een feest! Optrekken, sturen, remmen, zweten.
Op het parkeerterrein van het Open stond de GT Turbo wat verloren tussen de Range Rovers, Jaguars en BMW´s. We praten 1994, dus vandaar bijna geen Audi´s.
Eenmaal op het terrein zocht ik de tent van de sponsoren op. Waaronder Renault-dealer Stam. Met één van de verkopers op cursus gezeten. Even lekker bijkletsen over de goede ontvangst van de Laguna op de Nederlandse markt. Colaatje en gapen naar het voorbij schreidende volk.
Een kleine man in een okerkleurig overhemd stond vrij plots voor mijn neus. Hij gaf mij een hand en vroeg met een schorre stem of ik een zoon van Gerlof Stam was. Nou nee, wel een verkoper bij Renault, maar dan in Amstelveen. Op dat moment stond achter de goede man mijn bedrijfsleidster als een geelektrokuteerde kip te stuiteren. "Ach, so. Weet u, dat Stam alle Renaults voor ons personeel levert?", vervolgde de man. "O ja?", vroeg ik quasi geïnteresseerd. "En wat voor bedrijf heeft u dan?" De man glimlachte en zei met een knipoog. "Paleis Soestdijk."

donderdag 1 maart 2012

Vader´s auto´s

Mijn vader reed graag auto. En veel en hard. Gedurende zijn leven heeft hij heel wat auto´s versleten. Ik was het vrijwel altijd niet eens met zijn auto-keuze. Vond ik een Mercedes 220 in two-tone beige mooi, kocht hij een Vauxhall Victor. Droomde ik van een zilvergrijze CX, kocht hij een witte Renault 16, die hij consequent R16 noemde. Beetje snobbig, wel.

Natuurlijk bepaalden destijds heel andere factoren de keuze voor een auto. Nu heeft vrijwel iedere Tom, Dick and Harry een leasebak en koopt de  particulier steeds kleinere, zuinigere auto´s. Maar mijn vader moest zijn eigen auto´s kopen. En daarbij rekening houden met 4 opgroeiende kinders. Tweedehands lag het meest voor de hand. En zo ontstond een leuke rij auto´s, waarvan een deel zo bij mij op de oprit zou mogen staan.

De Opel van opa

Vaders eerste auto kocht hij van zijn schoonvader. Een Opel Kapitän. Zo´n verkleinde Amerikaan. En dan ook nog het 'foute model' met de veel te kleine achterportieren. Nu een gezocht object voor de ware Opel-adept. De Opel reed te duur en werd verruild voor een lichtgroene Citroën ID 19. Met een akelige bekledingsstof, die knetterde en waar je met je kleren aan vastplakte.

Maar wat een heerlijke auto. Zondags gingen we vaak een eindje rijden. En dan scheurde vaders als een dolle over een van de vele bospaden in de buurt van onze woonplaats. Nu word je daarvoor 10 jaar opgesloten. De ID viel letterlijk uit elkaar. En na een zeer kostbare operatie aan het hydro-pneumatisch veersysteem moest worden omgekeken naar een opvolger. Uit pure noodzaak kocht vader een DKW F102. Niet met het kuifdakje maar het bolle. De polyester carrosserie was uitgevoerd in crème met een zwart dak. Het apparaat knetterde en rookte, maar ging als de brandweer. Oma had op zondag altijd op tijd de koffie klaar want ze hoorde ons van mijlenver aan komen. Tot het apparaat echt te klein werd.

Bladveren

En daar stond-ie dan. Kolossaal en goud metallic, de Vauxhall Victor 101 Super de Luxe uit 1966. Serieus. Met prachtige wieldoppen die lichtmetalen velgen veinsde. Die truc werkt nog steeds. De auto bood gigantisch veel ruimte. Maar daar hield het wel zo´n beetje op. Toen wij naar het Westen verhuisden, moest vaders dagelijks over een hotsebotse klinkerweg waar de bladveren van de 47-11-AK niet tegen bestand waren. Na de vierde set was vaders het zat. En zo kwamen wij uit bij een witte Renault 16 TL, kenteken 55-10-NU. Een verrassend ruime, praktische en comfortabele auto. Er volgden nog twee 16´s waaronder een TS. "De fijnste auto, die ik ooit heb gehad, die R16", heeft mijn vader nog jaren gezegd. Vaders bleef het merk trouw en kocht een van de eerste Renault 9's. Een TSE met zwart velours bekleding. Een drama. Alles ging kapot. Een gebarsten remtrommel was een druppel. De andere de reactie van de dealer waar vaders de auto had gekocht. Ach, dan heb je nog drie remmen over. En daarom reed vader door naar de volgende dealer. Kocht daar een tweedehands Renault 18. Deze bordeaux-rode badkuip werd ingeruild voor een Citroën BX Diesel. Een formidabele auto. 163.000 kilometer probleemloos. En de laatste die in het rijtje op mijn oprit mag worden gezet.



woensdag 29 februari 2012

Raad de auto 1

Leuk hoofdbrekertje. Wat is dit?

Ferrari F12 Berlinetta

Ik werp een eerste eendimensionale blik op het nieuwe raspaard van Ferrari: de F12 Berlinetta. Opvallend is de taillelijn. Die doet mij denken aan een naakte diva op een divan. Poserend voor een italiaanse schilder. De voorzijde van de F12 heeft een typisch Ferrari-gezicht, al kijkt ze wel een tikje scheel. De achterkant verwijst duidelijk naar de legendarische 250 GTO. Hoewel ik er ook een tikje TVR Trident in terug zie. Ik vind de 599 GTB iets meer uitgebalanceerd. Maar dat is mijn bescheiden mening. Enne Berlinetta? Dat schept verwachtingen.....

dinsdag 28 februari 2012

Mazda 1500. De invasie is begonnen.

Stel je eens voor hoe het zou zijn om 45 jaar terug in de tijd te kunnen reizen. Vervolgens kom je dan terecht in een drukke straat in een grote stad ergens in Nederland. Dan zou het er wemelen van de Opels Rekord, Fords Taunus 17M, Mercedessen 220 SE, Fiats 500 en 600 en ga zo maar door. Het straatbeeld werd vooral bepaald door de Duitse, Franse, Italiaanse en Engelse autofabrikanten. De Japanse merken deden toen nog helemaal niet mee. De Japanners droomden toen al van een soortgelijk straatbeeld, maar dan met Toyota’s en  Datsuns.
Om vaste voet op Europese bodem te krijgen waren de Japanners begin jaren 60 van de vorige eeuw naarstig op zoek naar geschikte handelspartners. Betrouwbare importeurs met een degelijk dealernetwerk. Dat bleek geen eenvoudige opgave.  Kijk maar eens in een autojaarboekje van die tijd: daar kom je niet één japans merk in tegen. En waar twijfelden wij Europeanen destijds aan bij de auto’s uit het land van de Rijzende Zon? De bouwkwaliteit.....

Bertone

Een van de merken die destijds pionierswerk verrichtten voor de Japanse ´invasie´ was Mazda. Het merk, dat deel uitmaakt van het Toyo Kogyo concern, zocht ook in ons kikkerlandje naar een goede importeur. Vrijwel tegelijkertijd zocht de jonge Rolf Lauret, directeur van Auto Palace in Den Haag, nieuwe uitdagingen voor de nederlandse automarkt. Al in 1962 had hij contact met Mazda., maar het zou nog een aantal jaren duren voordat hij het importeurschap in handen kreeg. Een van de doorslaggevende argumenten van Lauret om met Madza in zee te gaan was een foto van een prototype van een middenklasse auto. Deze was ontworpen door niemand minder dan Giorgietto Giugiaro, toen nog in dienst van Bertone. De Japanners hadden zich kennelijk goed georienteerd op de “nieuwe” markt want het prototype van deze sedan bezat onmiskenbaar “Europese” trekjes! En deze auto zou de basis vormen voor de Mazda 1500, die onder de naam Luce –wat “licht” in het italiaans betekent- in 1967 zijn wereldpremière beleefde.



De introductie van de Mazda 1500 vond echter plaats vóórdat Auto Palace de nieuwe importeur zou worden. De eerste keuze van Mazda bleek een misstap, want de verwachtte verkoopsuccessen bleven uit.  Toen in 1968 het contract met Mazda was getekend kon Rolf Lauret met zijn team pas echt van start gaan. Hij voegde onmiddellijk de kleinere en goedkopere Madza 1200 aan het leveringsprogramma toe. En dit bleek een gouden greep;
zie het straatbeeld anno nu!

En hoe verging het ‘onze’ Madza 1500? Welnu, de 79-44-DT, die u op deze pagina’s aantreft, begon zijn bestaan in Nederland in oktober 1967. Mazda dealer Peeten in Baarlo kocht de 1500 DeLuxe als voorraadauto in. Deze auto bevond zich in de allereerste container met Mazda’s, die in de Rotterdamse haven werd gelost.  Na een jaar als demonstratie auto dienst te hebben gedaan, werd de auto uiteindelijk verkocht aan een particulier. Deze was zeer tevreden en ruilde de auto na een paar jaar weer in voor een nieuwe Mazda. Piet Peeten, destijds eigenaar van het dealerschap, besloot de auto in te zetten voor privé-gebruik. En zo gebeurde het dat zijn vrouw jarenlang met plezier er in rondreed, met haar twee zoons op de achterbank.

De Mazda 1500 werd, zoals reeds gemeld, geen succes in Nederland. Aan de kwaliteiten van de auto kan het niet hebben gelegen. De Japanners wilden de auto positioneren tussen concurrenten als ondermeer Opel, Ford en  Fiat. Men hoopte te kunnen scoren met een hoge bouwkwaliteit, een complete uitrusting tegen een gunstige prijs

Geen prijsbreker

Met dat laatste sloeg men de plank niet een béétje mis. De 1500 DeLuxe kostte in 1968
fl. 9.995,-. Een vergelijkbare Fiat of Ford was met een prijs van rond de fl. 8.500,- aanmerkelijk goedkoper!
Ook met het design was helemaal niets mis. Zelfs vandaag de dag heeft de auto nog een voorname uitstraling. Giugiaro had erg zijn best gedaan. Hij tekende een carrosserie met  een slanke, gestrekte lijn, die van de voorzijde naar de achterzijde licht vloeiend naar beneden afbuigt. Het passagiersgedeelte oogt wat hoog in verhouding tot de rest van de body, maar het misstaat in het geheel niet. Voordeel is de grote binnenruimte en een uitstekend zicht rondom.
De voorzijde van de auto toont sportief. De dubbele koplampen en de brede grille geven de voorkant volume zonder al te aggressief over te komen. Er is zelfs een opvallende gelijkenis met een andere Bertone creatie: De Fiat Dino Coupé. Als de 1500 een maatje groter was geweest, had het zomaar de “limousine” versie van de Dino kunnen zijn. Dit was natuurlijk nooit de bedoeling van Mazda, laat staan van Fiat.
De achterzijde is ook onmiskenbaar italiaans van snit. Rank met smalle achterlichten en –zeker voor een Japanner bijzonder- geen tierlantijntjes. De grote wielen vullen de wielkasten goed en maken het geheel af. Van welke hoek je de auto ook bekijkt, de verhoudingen kloppen altijd. Opvallend is de kwaliteit van het plaatwerk. Kleine naden en perfect passende deuren, raamlijsten en motor- en achterklep. Vakwerk dat in die tijd geen gemeengoed was.

Het interieur van de auto is ruim, dat kun je zonder meer stellen. Er is voldoende hoofd- en beenruimte voor 4 volwassenen. In de 79-44-DT is de originele bekleding vervangen. De met rode skai en stof beklede banken zijn standaard voorzien van een centraal geplaatste armsteun en zitten uitstekend.
Het dashboard bestaat uit één stuk en is voorzien van een laagje fineer, wat het geheel een chique uitstraling geeft. Ergonomisch is het ook prima voor elkaar. Alle knopjes en schakelaars zitten onder handbereik. De 1500 is voorzien van stuurschakeling.  Ook in het interieur valt de bouwkwaliteit en de aandacht voor detail op.
Het pleit voor Mazda dat men de 1500 al van de nodige veiligheidsverhogende zaken had voorzien. Een verstevigde carrosserie, zachte materialen op het dashboard en een uitstekend verwarmings- en verkoelingssysteem in de auto droegen bij aan een prettig gevoel van veiligheid dat met name door vrouwen werd geapprecieerd.

Onder de motorkap van de achterwiel aangedreven 1500 ligt een viercilinder blok met een cilinderhoud van 1490 cc. Het maximum vermogen bedraagt 78 pk, een gemiddelde waarde voor die tijd. Een top van 155 kilometers per uur was haalbaar. De Mazda moest het echter niet hebben van prestaties. Betrouwbaarheid en comfort stonden voorop. De motor draaide bijzonder soepel en smeuiig en het lage geluidsniveau kwam het comfort ten goede.  Toch vroeg de klandizie om meer, reden waarom Mazda in 1968 een 1800 met 100 pk aan het programma toevoegde.
Nu we het toch over programma hebben: de 1500 was in eerste instantie leverbaar als 4 deurs sedan. Later werd een stationwagon aan het programma toegevoegd. De Mazda R130 met wankelmotor kon gezien worden als de coupé versie. Deze werd echter in een kleine serie geproduceerd en is in Europa nooit geleverd. Eigenlijk best jammer, want het was en is nog steeds een bloedmooie auto!

Multilink, wat is dat?

Men kon kiezen uit twee uitrustingniveau’s: de Basis en de DeLuxe.
De Basis versie was voor toenmalige begrippen reeds aardig compleet. Een wiswas-installatie op de ruitenwissers en achteruitrijlampen waren destijds redelijk bijzonder. De DeLuxe voegde daar nog een standaard radio, opklapbare armleuningen en een klokje aan toe.

Uit diverse test bleek dat de auto zijn mannetje stond ten opzichte van de concurrentie. Met name het hoge rijcomfort en de prima wegligging werden zeer gewaardeerd, evenals de binnenruimte. De stationwagon scoorde hoge ogen met de beschikbare bagageruimte. Deze was veruit de grootste in deze klasse.

De Mazda 1500 is moeilijk te plaatsen in de auto-historie. Hij heeft alles in zich om een klassieker te worden. De pioniersfunctie, het prachtige Ëuropese” uiterlijk en het feit dat de auto inmiddels erg zeldzaam is zijn mooie argumenten.  Maar of hij een dergelijke status zal krijgen is de vraag.  Ziet u hem al tussen de Datsun 240Z, de Toyota Celica van de eerste generatie en de Datsun Fairlady? Wij in ieder geval wel!

De 79-44-DT met een unieke Nederlandse historie heeft  extra glans.
De 1500 is nog steeds in bezit van de familie Peeten, ondanks diverse interessante aanbiedingen van verzamelaars en musea! De auto neemt zelfs een prominente plaats in de showroom in en staat er temidden van de jongere broertjes en zusjes van de oude dag te genieten. Er wordt normaal gesproken niet meer met de auto gereden, maar onlangs nog werd daar een uitzondering op gemaakt. Om het 40-jarig jubileum als Mazda dealer extra luister bij te zetten, werd de auto ingezet voor een rondrit langs de kastelen van Baarlo. Met aan het stuur Jan Peeten en als passagier niemand minder dan Rolf Lauret, die zichtbaar genoot!

De toekomst van de oude Japanners

Vroeger, dat wil zeggen in de jaren zeventig van de vorige eeuw, mocht je Japanse auto´s niet mooi vinden. Althans, zo leek het. De meeste modellen uit het land van de Rijzende Zon waren kleurloze aftreksels van Amerikaanse en Europese succesnummers. Althans, zo leek het (reprise). Nu, ruim 40 jaar later ziet de wereld er heel anders uit. En als ik dan terug kijk naar de Japanners van toen, bekruipt mij een gevoel van weemoed.
Jammer genoeg kom je maar zelden een Japanse oldtimer in het dagelijks verkeer tegen. Vooral de modellen uit de jaren 60 zijn erg schaars. Ik zou graag een Isuzu Bellet of een Hino Contessa over de bochtige wegen langs de Maas willen zien rijden. Heel af en toe kruist een Mazda 616 uit 1975 mijn pad. Een rode vierdeurs, gekoesterd door een inwoner uit een naburig dorp. Een grappig model eigenlijk dat in de verte op een Peugeot 504 lijkt. Ja, daar ga ik weer.

Ik begin zelfs al na te denken welke Japanners ooit de status klassieker of interessante oldtimer zullen krijgen. Goed, de Datsun 240Z en de Toyota 2000 GT zijn gedoodverfde klassiekers. Net als de Celica Mark I. Op mijn lijstje staan bijvoorbeeld de Honda N360 en eerste generatie Civic. De Datsun 120A, die foeilelijke barokke coupé op basis van de Cherry. De eerste Galant en Sapporo. By Mitsubishi. En zelfs de Suzuki GX. Dat miniscule coupeetje, waarvan het lijkt dat de voor- en achterzijde vergeten zijn. Het lijkt mij een ware sensatie om daar eens een blokje mee om te gaan.
Ook rijst de vraag, en dat kun je ook algemeen trekken, zullen wij ooit met dezelfde melancholische rommeling in het onderbuikje naar een Toyota Starlet, een Honda CR-V of een Nissan Qashqai kijken?
Ik hoop het mee te maken, maar verwacht het eerlijk gezegd niet.

Feest van herkenning

Camaro. Dat was de gedachte die bij mij op kwam toen ik de eerste beelden van de nieuwe conceptauto van Pininfarina zag. Het was puur impulsief, want lijkt de Cambiano op de Camaro? Misschien. Er zitten duidelijk verwijzingen naar de jaren 70 en 80 in de lijnvormig en details. Geen echt indrukwekkend ontwerp, dit keer. Dan was de Ferrari 599 GTB een stuk spannender. Maar het zet mij er wel toe aan om weer eens in de boeken te duiken. Gewoon. Om te vergelijken. En te genieten van al het moois dat Pininfarina, Bertone, Giugiaro, Frua en Touring op papier hebben gezet en daadwerkelijk hebben gebouwd. Pure kunst. Eigenlijk Is het net als met een groepsfoto, waar je zelf op staat. Als je die onder ogen krijgt, ga je eerst op zoek naar jezelf. Herkenning. Of als je op kraambezoek gaat bij de buren. "Hij heeft de ogen van zijn moeder". Herkenning. Zo herinner ik mij dat ik de Peugeot 205 voor het eerst zag. Leuke auto, maar waar doet ie me toch aan denken? Twee auto's. De Renault 14 en ....de Mitsubishi Colt. Je kunt je haast gaan afvragen of het normaal is, dat je bij het zien van een nieuwe auto onmiddellijk op zoek gaat naar herkenningspunten. Alsof je twijfelt aan de originaliteit. Uiteindelijk is het allemaal evolutie. En is een auto-ontwerper ook maar een mens.

vrijdag 24 februari 2012

Primeurs Genève

Ik ben meer van de oude bakkies. Kan heel blij worden als ik een Renault 4 of een Vauxhall Viva voorbij zie rijden. Of een 356 Speedster, mag ook. Toch houdt ook hedendaags autonieuws mij bezig. Scoops, de eerste foto´s, de premières, ze blijven fascinerend. Maar het leukst vind ik de eerste aanblik in het echt, op straat. Pas dan durf ik te oordelen. Sommige auto´s zijn namelijk niet bijster fotogeniek. Of blijken in het echt hoger, breder, smaller of veel kleiner te zijn. Ik kan niet wachten tot de eerste Volvo V40 voor mijn neus staat.
Om aan te geven hoe ik tegen de eendimensionale versie van de nieuwste modellen aan kijk, fiets ik even langs de Carros-lijst van primeurs van de Salon van Genève. Zonder gène.

Audi A6 allroad quattro: A6 naar mijn smaak mooiste limousine en stationwagon uit Duitsland. Allroad? Mwah. Niet echt baanbrekend. Meer voor de middeneuropese landen.

BMW 6 Series Gran Coupé: Beter dan 5 GT. Kijk er naar uit hoe proporties in 3D uitpakken.
BMW M Performance: Mmmmm.....


BMW M6 Coupé en M6 Cabriolet: Gewoon DIK

BMW X6: verschrikkelijk lelijk. Lijkt op een SSang Yoong Kyvon met nepborsten

Citroën C4 Aircross: de keuze voor de kapper wordt steeds moeilijker. Leuke C-stijl

Chevrolet Cruze Stationwagon: Muurbloempje

Dacia Lodgy: Waarom moet betaalbaar per definitie lelijk zijn? Jammer.

Fiat 500L: uit dat blikje lust ik wel een koekje

Ferrari California: Kwenie. Is het net niet

Ferrari 620 GT: de eerste beelden voorspellen veel goeds. Nu nog een fraaie naam.

Ford B-Max: Leuk!

Ford Kuga: daar heb ik dus helemaal niks mee. Voor bejaarden die hipper willen doen dan ze ooit zijn geweest.

Ford Mondeo. Aston Mondeo. Laat maar komen! Maar niet te veel, dan blijft het leuk.

Honda CR-V: Afschuwelijk

Hyundai i-oniq concept: Die daklijn...ik weet het niet. Net of er een gestroomlijnde dakkapel op komt.

Hyundai i30 Wagon: Dit wordt de klapper van 2012!

Infiniti Emerge-E: Spannend.

Jaguar XF Sport Brake: kent iemand de X Stationwagon nog? Heb in mijn leven meer E-types gezien.  Hopelijk worden de achterlichten minder des Fords.

Kia Cee'd: TopGear moet op zoek naar iets anders. Zie Dacia Lodgy

Maserati GranTurismo Sport: zoveelste variant. Blijft een supermooie GT

Mercedes A-klasse: Hopelijk minder geplooid dan concept. Lijkt net of er een hoeslaken op hangt te drogen

Mini Countryman John Cooper Works: Doe mij maar de gewone Mini

Mitsubishi Outlander: net zoveel sex-appeal als een voederbak voor paarden

Morgan Roadster 3.7: Dat zien we Morgan dan wel weer

Morgan Plus 8: Zie gisteren

Morgan Aero Coupe: een rijdende trouwjurk

Nissan Invitation Concept: Ben niet zo van die vouwtjes...

Opel Mokka: Heeft-ie de Euro NCAP test al gedaan?

Opel Astra OPC: dit had de 3 deurs Giulietta kunnen zijn! Knap werk.

Peugeot 208: Lichtend voorbeeld?

Peugeot 4008: Rommelig

Pininfarina Cambiano: Back to the Seventies!

Porsche Boxster: Helemaal af! Ik laat mijn haar groeien

Renault Mégane: let it be

Seat Ibiza: nog steeds een van de leukere compacte auto´s

Toyota Yaris Hybrid: een hippe auto met een grijze baard

Volvo V40: de eerste generatie had een van de mooiste autokontjes ooit. Of dat nu ook gaat lukken

Volkswagen Golf GTI Cabrio: turbo-föhn


Welnu, kenners, schiet er maar eens op!