Driek

Driek

dinsdag 7 februari 2012

365 GTC/4: de clown onder de Ferrari´s

Soms gebeurt het dat je een auto ´ontdekt´, die voor altijd jouw favoriet wordt. Voor mij is dat de Ferrari 365 GTC/4.

Ik herinner me nog als de dag van gisteren, dat ik als jongetje van 11 een miniatuur in de schaal 1 op 43 van deze auto kreeg. Mijn moeder kocht het bij de HEMA. Hoewel het een model van Mebetoys was, werd het destijds door de HEMA in een eigen blisterverpakking verkocht. Ik was op slag verliefd. Het model was gifgroen en achteraf bezien uitstekend geproportioneerd. De liefde voor Ferrari –en de 365 GTC/4 in het bijzonder- was geboren.

Familietraditie

Ferrari kent al vanaf het begin van haar bestaan een traditie van schitterende Gran Turismo’s. Volwaardige GT’s met de motor vóórin en ruimte voor 4 personen -al mogen de passagiers achterin niet al te groot zijn. Ferrari bouwt in de jaren 50 in kleine series zogenaamde 2+2’s, zoals de 250 GT Europa en de 375 America. In 1960 wordt de 250 GTE 2+2 geïntroduceerd. Eigenlijk de eerste in serie gebouwde 2+2 van Ferrari. Inclusief de laatste 50 -die als 330 America werden geleverd- bedroeg de productie uiteindelijk zo’n 950 stuks. Deze door Pininfarina getekende coupé vond gemakkelijk zijn weg naar de chique clientèle. In 1964 volgt de 330 GT 2+2 (in meerdere series) met een productieaantal van 1.080 en in 1967 de 365 GT 2+2, die de bijnaam “Queen Mother” kreeg. Van deze auto gaan er zo’n 800 over “de toonbank”. Ferrari leverde in die jaren echter ook de “GTC” modellen. De 330 GTC en opvolger 365 GTC waren uiterlijk vrijwel identiek. Het waren Gran Turismo’s: auto’s die niet alleen sportief waren, maar ook luxueus en enigszins praktisch. Ferrari 365 GTC/4 wordt in 1971 tijdens de Salon van Genève als opvolger van zowel de 365 GTC als de 365 GT 2+2 gepresenteerd, al werd dat toen niet met zoveel woorden gezegd. De GTC/4 is een 2+2 in de ware zin van het woord, echter duidelijk anders gestileerd dan zijn voorgangers.

Designrevolutie

Waar de 250, 330 en 365 GT 2+2 qua styling nog een zekere evolutie vertonen, breekt de 365 GTC/4 met deze traditie. Kenmerkend voor de auto zijn de soepele, glooiende lijnen en het bijzondere front. De zwarte voor- en achterbumper zijn uitgevoerd in zwart kunststof (polyurethaan), zodat deukjes bij kleine aanrijdingen worden voorkomen. Niet iedereen blijkt echter gecharmeerd van de zwarte lip aan de voorzijde. Deze clownslip bezorgde de GTC/4 de bijnaam ´Gobonne´. Desalniettemin is de 365 GTC/4 van een tijdloze schoonheid. Een prachtig, uitgebalanceerd ontwerp, dat bij het verstrijken van de jaren niets aan elegantie heeft ingeboet. Opvallend ook is het minimale gebruik van chroom. Slechts her en der is een verchroomd lijstje aangebracht om een lijn wat te accentueren. De grille met de bekende indeling van rechthoeken maakt de auto nog het meest herkenbaar als Ferrari. Wanneer je verschillende 365 GTC/4’s bekijkt valt een aantal zaken op. De buitenspiegel is meestal rond en verchroomd. Er zijn echter ook exemplaren met zwarte vierkante of ovale spiegels. Opvallend is het geheel ontbreken van buitenspiegels op een aantal rechtsgestuurde versies. De Amerikaanse versies van de GTC/4 zijn herkenbaar aan de reflectoren op de voor- en achterschermen. Overigens onderscheidt het eerste prototype zich van de productiemodellen door het ontbreken van de luchtinlaten onder de voorbumper.

Een ander opvallend design-detail is te zien aan de achterzijde. Het gedeelte waar de 6 achterlichten in geplaatst, is vaak in de kleur van de carrosserie. Echter zien we regelmatig auto’s waarbij dat gedeelte zwart is en heel soms zelfs zilver. De 6 achterlichten vinden we ook op de 365 GT 2+2 en 365 California. We zien ze later ook terug op de 365 GT4 2+2, 365 GT4 Berlinetta Boxer en Dino 308 GT4. Met de komst van de 400 verdwijnen deze karakteristieke achterlichtunits op de Gran Turismo’s voorgoed. Ze worden vervangen 2 units met ieder 2 ronde lichten. Tot op de dag van vandaag past Pininfarina dit stijlelement toe op alle Ferrari’s. De enige uitzonderingen: de 348-serie en de roemruchte testarossa. Standaard wordt de auto geleverd met lichtmetalen velgen. Het is één van de laatste Ferrari’s, die worden geleverd met knock-off hubs. Dit is een centrale wielmoer, die je met een hamer moet lostikken om het wiel te kunnen verwijderen. Vooral in de VS zijn de chromen spaakwielen Borrani erg populair. Het staat de auto erg goed! De 365 GTC/4 is onmiskenbaar een Ferrari. De lijnen van de veel agressievere vormgegeven 365 GTB/4 Daytona zijn in het ontwerp terug te vinden. En stijlelementen van het Pininfarina prototype van een veiligheidsauto CR25, gebaseerd op een Ferrari. Het is de eerste Ferrari die Pininfarina met behulp van haar pas geopende windtunnel heeft vormgegeven. Dat is goed te zien aan de zeer vlakke ligging van de voor- en achterruit. Ze lijken naadloos met de carrosserie te zijn verbonden. De GTC/4 moet als volwaardige 2+2 plaats kunnen bieden aan 4 personen. Om die reden is het passagierscompartiment verder naar voren geplaatst dan bij de tweezitter Daytona. Het grote glasoppervlak garandeert een uitstekend zicht rondom en versterkt het ruimtegevoel. Het maakt de toepassing van airconditioning wel noodzakelijk.


Het interieur is chique en tegelijk sportief. Wanneer er geen passagiers achterin mee gaan, kunnen de rugleuningen van de achterstoelen worden neergeklapt. Zo ontstaat er wat extra bagageruimte voor de beautycase of de golftas. De 365 GTC/4 blijkt de ideale Ferrari voor dagelijks gebruik. De kofferruimte is dan ook beduidend groter dan bij de Daytona. In het interieur valt onmiddellijk de enorme middenconsole op; een direct gevolg van de indeling van het passagierscompartiment en de plaatsing van de versnellingsbak. De bovenzijde van het dashboard is keurig afgewerkt met alcantara. De stoelen zijn deels met leder bekleed. Het middengedeelte van de zitting en rugleuning werden met een geruite stof bekleed, karakteristiek voor die tijd. Volledig lederen bekleding was een optie. Waar de Daytona meer is bedoeld als compromisloze sportwagen, staat de GTC/4 als een echte Gran Turismo te boek. Het comfort ligt op een hoger niveau door de standaard stuurbekrachtiging en airconditioning. De auto is duidelijk bedoeld voor de verwende stuurman.

Gran Turismo pur sang

De krachtbron is afgeleid van de 4.390 cc metende V12 uit de GTB/4 Daytona, maar dan aangepast aan de strengere, Amerikaanse emissie-eisen. De zes dubbele Weber carburateurs zijn geheel anders geplaatst dan bij de Daytona : horizontaal in plaats van verticaal. Dit geeft Pininfarina de mogelijkheid een beduidend lagere neus te ontwerpen voor de GTC/4. Het onderstel is vrijwel gelijk aan dat van de voorganger, waarbij de achterwielophanging het meest in het oog springt: die is namelijk voorzien van een hydropneumatische niveauregeling. Voor de remmen is leentjebuur gespeeld bij de Daytona, die voorzien is van geventileerde schijven rondom. De 5-versnellingsbak is –in tegenstelling tot de Daytona- direct aan het motorblok gemonteerd. Deze configuratie maakt de 365 GTC/4 tot een Gran Turismo pur sang. Met een vermogen van 320 tot 330 pk –het exacte vermogen is nooit opgegeven- is het bepaald geen stakker.

Ook in het hedendaagse verkeer slaat de auto geen slecht figuur. Het is natuurlijk wel veel leuker om met een dergelijke auto in stijl een mooie toerrit te maken dan er een illegale street-race mee te rijden. Wie ooit het uitlaatgeluid van de 365 GTC/4 heeft gehoord kan beamen dat dit tot de mooiste klanken behoort, die een auto ooit heeft geproduceerd. Grote concurrenten van de 365 GTC/4 zijn de minstens even stijlvolle Maserati Indy en de bizzare Lamborghini Espada. Voor al deze auto’s geldt nog steeds: het zijn iconen van de jaren 70 en voorbestemd om ware klassiekers te worden.

Late erkenning

Van de Ferrari 365 GTC/4 zijn slechts 500 exemplaren gebouwd tussen 1971 en 1972. Het merendeel –zo’n 180 stuks- heeft de Verenigde Staten als bestemming. Er zijn slechts 41 rechtsgestuurde versies gebouwd voor de Engelse en Australische markt. Ook in Nederland vond de 365 GTC/4 klanten. De bekendste was ZKH Prins Bernhard. Hij bezat s/n 14467. Uiteraard in het groen met een beige lederen interieur. De serienummers van de 365 GTC/4 lopen van s/n 13475 voor het prototype uit 1970 tot en met 16289 voor de laatst geproduceerde GTC/4 in 1972(bron: Ferrari Serial Numbers Part 1, Hilary Raab Jr.). Het schijnt dat één van de laatst gebouwde exemplaren pas in 1974 werd verkocht.

Er is door Ferrari zelf nooit een officiële cabrioletversie van de GTC/4 gebouwd. Wel is er een handvol cabrioletconversies gemaakt door Scaglietti SpA (o.a. s/n 15713) en Straman. Een enkele carrosseriebouwer heeft de auto gebruikt om er een geheel eigen versie van te maken. Een bekend voorbeeld is de “Beach Car” van Michelotti (s/n 16017). De auto was bestemd voor “een onbekende klant uit de regio van de Perzische Golf” De body van de Beach Car werd in 1976 door Michelotti verwijderd en Michellotti bouwde in samenwerking met Felber een stationwagon op het kale chassis. Deze auto was te zien op de Salon van Genève in 1977. Na de Salon werd de stationwagon echter gesloopt en de “Beach Car” nota bene weer in ere hersteld. Ondanks dat de auto een zeldzame verschijning is, heeft het vrij lang geduurd voordat de 365 GTC/4 de erkenning kreeg die deze Gran Turismo verdient. Het is overigens niet bekend hoeveel van de oorspronkelijk 500 geproduceerde exemplaren nog “overleven”. In Nederland en België zien we af en toe een 365 GTC/4 bij klassieke rally’s of evenementen, zoals op het Concours d’Elegance op Paleis ’t Loo.

“Wat kost dat nou, zo’n Ferrari?”

Een veel gehoorde vraag. Voor de 365 GTC/4 blijkt de aanschaf mee te vallen. De verwachting is echter dat de prijzen de komende jaren zullen stijgen. Oorspronkelijk kostte een 365 GTC/4 in de VS $ 22.000. De huidige verkoopprijzen zijn voor Ferrari-begrippen dus relatief gunstig. Ze liggen beduidend lager dan die van de Daytona, maar weer een stuk hoger dan van de opvolgers 365 GT4 en 400. Je vindt tegenwoordig al een heel net exemplaar voor ca. € 60.000, terwijl voor een Daytona –waarvan het aanbod vele malen groter is- al gauw het dubbele wordt gevraagd. Als je dat te duur vindt: het alternatief 365 GT4 of een 400 GT is al te koop vanaf zo’n € 25.000. Voor iedere Ferrari geldt dat het restaureren en onderhouden erg duur is. En dat geldt vooral voor de 365 GTC/4. Onderdelen zijn moeilijk te vinden en de plaatsing van de carburateurs maakt het kleppen stellen extra omslachtig: ze moeten namelijk geheel worden verwijderd. En dat bij iedere onderhoudsbeurt….En wanneer de achterwielophanging aan revisie toe is, mag de beurs ver open….! Viva la tradizione! Tot op de dag van vandaag zijn de 4 zitters van Ferrari zeer populair. In de jaren 80 is door Pininfarina een prototype voor een 4 deurs Ferrari gebouwd, maar deze vond geen genade bij de Commendatore. Tweedeurs was het credo, basta! Dit prototype was gebaseerd op een 400 GT. De directe opvolger van de GTC/4 is de 365 GT4 2+2 uit 1973. Later evolueerde dit model tot de 400 en 412 serie en bleef maar liefst 13 jaar in productie! Met deze modellen sloeg Ferrari qua design weer een heel andere weg in. De auto’s zijn veel meer vierzitter dan de GTC/4. Om te kunnen voldoen aan de eisen van de Amerikaanse klant werden er van de 400 en 412 ook versies met automatische versnellingsbak gebouwd, een nouveauté voor Ferrari. Van alle opvolgers heeft de 456 GT nog het meest weg van de GTC/4. De auto werd geïntroduceerd in 1992 als 456 GT. Na de bescheiden facelift in 1995 ging de auto als 456 M GT door het leven. De M stond voor “modificata”. Deze auto is tot 2004 geproduceerd. In 2004 werd de 612 Scaglietti geintroduceerd. Een auto die met gemengde gevoelens werd ontvangen, maar inmiddels toch vele harten heeft veroverd. Opvallend zijn de “deuken” in de flanken van de auto. Ze moeten herinneringen oproepen aan een “one-off” uit 1954: de Ferrari 375 MM (s/n 0456AM). Deze auto was bestemd voor de actrice Ingrid Bergmann, maar ze schijnt de auto nooit te hebben afgenomen. De traditie leeft van de 2+2 voort in de FF, die in 2011 het levenslicht zag.

Tot slot….

De Ferrari 365 GTC/4 is misschien wel de meest onderschatte Ferrari aller tijden. En dat terwijl de GTC/4 juist alles in zich heeft wat Ferrari groot heeft gemaakt: een tijdloze schoonheid met een dikke V12 in het vooronder, gecombineerd met charisma, sportiviteit en ’n vleugje luxe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten