Driek

Driek

donderdag 29 maart 2012

Martha reageert op Mazda

En dan gaat de telefoon. “Met Driek.”
Een krakende stem roept: “U spreekt met Martha. Bent u diegene die op interned verhaaltjes schrijft?”
“Internet, bedoelt u?”, zeg ik.
Zij: “Ja, dat zei ik toch?”
“Is met een t”
“Nou ja. In ieder geval ben u dat?”
“Eén van de, ja. Hoezo?””
“Ja. U maakt oudere mensen belachelijk en ik zal u zeggen waarom. Kijk, het zit zo. Ik zag het groene otootje van mijn broer rijden”
“Autootje.”
“Pardon?”
“Laat maar, gaat u verder met uw verhaal.”
“Dus ik denk. Ha, da´s Bert. Dag Bert, zwaaide ik nog. En toen zag ik dat er een langharige krullenbol met een enge zonnebril achter het stuur zat. Die nog terugzwaaide ook. Ik schrok me een hoedje. De vlegel. Was u zeker, hè?”
“Kun.”
“Nou, thuis heb ik direct mijn zuster gebeld en die heeft mijn zwager er op uit gestuurd.”
“Spannend. En toen?”
“Hij had u gauw genoeg opgespoord en u even duidelijk gemaakt wat hij ervan vond dat u in Bert´s auto reed!”
“Oh, dan heb ik hem gezien. Dus dat was geen duim, die hij opstak…?”

Blaasensemble

Okay, daar komt-ie dan. Een top-tien auto´s die in mijn optiek wind- en weerzinwekkend, stuipveroorzakend lachwekkend, oorverdovend lelijk, impoterend sexloos, eetlust vernietigende optische milieuvervuilers, maar niet minder praktisch zijn en daarom blijkbaar bestaansrecht hebben:
1.       Mazda Demio
2.       Daihatsu Move
3.       Suzuki Wagon R+
4.       Hyundai Atoz
5.       Toyota Corolla Verso deel 1
En nu maar wachten op een heerlijke lentestorm, waardoor ze van de weg verdwijnen. Voor wie goed verzekerd is en de auto bij genoemde storm van de oprit ziet waaien, de volgende tips:
1.       Kia Picanto
2.       Hyundai i10
3.       Volkswagen Up!
4.       Rollator
5.       De bus

woensdag 28 maart 2012

Mazda Demio

Laatst mocht ik een dagje sturen met een Mazda Demio. Je weet wel, de opa van de Ford Fusion. Een foeilelijk groen apparaat met grijze bekleding. En een dashboard met daarin een cassettespeler, waar mijn zoon gebiologeerd naar bleef kijken. “Nee, jongen. Da´s niet zo´n klok als bij oma waar een vogeltje uitkomt. Daar kun je muziekjes mee draaien…” De eerste meters dacht ik nog: rijdt best lekker zo´n karretje. Tot de eerste bocht. Dat dit apparaat onderstuurd is, is het understatement van het jaar. Bijna vloog ik met 22 kilometer per uur het bloemenperk van de overburen in. Voorzichtig aan, dan maar. Erger werd het toen ik ontdekte dat oudere dames naar mij begonnen te zwaaien. Was ik een bekende van hen?  Zal toch niet. De eerste keer zwaaide ik fatsoenshalve nog terug, begeleid met een oprecht “daaaaaag!”. Tot ook bejaarde mannen de duim omhoog staken en toeterden. Gestopt en uitgestapt om te kijken of de stoffelijke resten van Rita Hayworth op mijn dak lagen. Nee, dus. Wel een uitschuif-antenne. Die het nog deed ook. Kwaliteitje, meneer. Ik heb de dag verder doorgebracht onder een papieren tas met twee kijkgaatjes. Het fluorescerende zwaaihandje op de achterruit nam de overige taken waar en mijn zoon probeert nu nog de cd van Guns ´n Roses uit de cassettespeler te krijgen. Mag ik de volgende keer een andere leenauto, meneer de garagist?

maandag 19 maart 2012

Memory Lane

En in één klap was ik veertig jaar terug in de tijd. Daar zat ik als menneke van zeven weer bij oma achter het raam. Vanuit haar  bovenwoning aan de Margrietlaan kon je prima uitkijken op de brede Burgemeester van Houtlaan. Samen met mijn twee jaar oudere broertje keken we naar de voorbij razende auto’s. De laan was voor die tijd een drukke weg, maar naar hedendaagse begrippen zwaar autoluw. Elke twee minuten reed er een auto langs. Zo snel mogelijk schreven mijn broer en ik het merk en type op. Ford 17M, Opel Rekord, Fiat 1300. Ik won altijd , want ik kende alle merken. Ook die niet bestonden.
Nu kijk ik weer over een brede laan uit. In Knokke, vanuit het hotelraam. En ik verbaas mij over de passerende auto´s. Range Rovers, Q7´s, California´s, DB9´s en XF´s. De merken kent iedereen wel. In ieder geval zijn op deze drukke laan de Kadett´s, Capri´s en Kevers van weleer ver te zoeken. Maar ze komen stiekem wel langs, in mijn geheugen. Precies, zoals veertig jaar geleden.

vrijdag 9 maart 2012

Even niet over auto´s: Apparaat Turen

Wat zijn wij met z'n allen toch infantiele, saaie wereldburgers. Zodra wij op een plek zijn, waar we ons 'vervelen' halen we ons apparaat tevoorschijn. Alsof we onmisbaar en uitermate belangrijk zijn gaan we op priegelige toetjes zitten drukken en naar veel te kleine schermpjes zitten turen. In de bushalte, in de trein, of wachtend op het vliegtuig, het maakt niet uit. In een mum van tijd ben je omringd door medetuurders. iPhone, Blackberry en tablet zijn ineens het middelpunt van ons bestaan.

Maar mensen, er is zo veel te zien in de wereld. Ook op plekken waar je bang bent dat de verveling toe kan slaan. Houd het ding eens in de zak en kijk eens rond. Of koop voor mijn part het lijfblad voor de Vrienden van het Knaagdier en ga lezen. Maar hou op met dat apparaat getuur. De wereld draait ook wel door zonder dat je vriendin weet dat je in de trein zit of stop met  luidruchtig in een bomvolle treincoupé te verkondigen wat je de afgelopen nacht tussen de lakens hebt uitgespookt. Maar ik ben bang dat het alleen maar erger wordt. Dat de wereld straks wordt geregeerd door de eigenaren van belminuten en draadloze netwerken.

Joh, wat een leuk verhaaltje. Gauw even via mijn HTC Wildfire 1.6 GLX de Luxe twitteren hoe leuk ik ben.

dinsdag 6 maart 2012

SpijtAuto´s


Soms heb je spijt. Dat je een bepaalde auto niet hebt gekocht. Omdat het saldo ontoereikend was. Of simpelweg omdat je niet kon bevroeden dat sommige auto´s ooit zouden uitsterven in ons kikkerlandje. Maar, aan had ik maar…heb je niks. Over welke auto´s heb ik het dan?
Als voormalig autoverkoper heb ik behoorlijk wat inruilauto´s de revue zien passeren. En heel af en toe zat daar een exemplaar bij, waarvan ik dacht: die wil ik zelf wel hebben. De auto die mij het meest is bijgebleven is een Citroën CX 2.4 GTi uit 1987. Een turkwaaszjeze. Ofwel lichtgroen metallic. Een plaatje om te zien en met slechts 28.000 kilometers op de teller. Hoor ik daar al kwijl op de grond kletteren? Helaas vertrok de groene prinsessendochter richting de handel. En ze leefde waarschijn niet lang en gelukkig meer.
Een lichtblauwe Renault 16 TX. Ook een auto waar niemand in geloofde. Althans, in 1994. Slechts 43.000 gelopen. Met die fascinerende rode muizenpikkies die in een doorschijnend dopje bovenop de deurpost omhoog kwamen als je de portieren sloot. En zelfs die knalrode Volvo 850 GLT. Een van eerste exemplaren. Met die leuke ribbels op de bumpers. Voor omgerekend euro 700 ingeruild. Uit 92 met 140.000 kilometertjes. SpijtAuto´s, waar zijn jullie toch gebleven?

Pluimpje geven

De laatste tijd rijd ik nog maar weinig auto. Zeker vergeleken met vijf jaar geleden. Iedere dag 100 kilometer in het Nederlandse verkeer, daar slijt de adrenalinepomp behoorlijk van. Snijders, klevers, plotseling-naar-links-ganers. Noem ze maar op, irrimobilisten in hun leasebak en de100-jarige blindvaarders in hun –ja hoor-Daihatsu Atozzzzzzzen.
Op het kleven heb ik iets leuks gevonden. De ruitensproeier-truc en het aantippen van het rempedaal zijn al bekend. Nee. Ik maak dankbaar gebruik van het feit dat onze V70 een dikke, ouderwetse diesel onder de kap heeft. En een automaat.
Klevertje? Even het gaspedaal tot op de bodem intrappen. Het 1.500 kilo zware gevaarte versnelt vervolgens rapper dan menigeen verwacht. En een dikke zwarte roetwolk, die iedere milieuactivist doet verbleken is des klevers deel. Een pluimpje geven, noem ik dat.

maandag 5 maart 2012

Royale misser

Dat weekend mocht ik hem meenemen: een Renault 5 GT Turbo. Ingeruild op een Clio Williams. Ik nam de witte dondersteen mee naar huis en genoot van de herrie, de zware en directe besturing en de fenomenale trekkracht. 170 op de ring A10 met een gevoelssnelheid van 240!
Zondag naar Hilversum. Op uitnodiging van een klant naar het Heineken Open. Over de binnenwegen langs de Vecht. Een gevecht met G-krachten en doorslippende voorwielen. Ik waande mij een volleerd rally-rijder. Zonder helm en met de zon tegen. Wat een feest! Optrekken, sturen, remmen, zweten.
Op het parkeerterrein van het Open stond de GT Turbo wat verloren tussen de Range Rovers, Jaguars en BMW´s. We praten 1994, dus vandaar bijna geen Audi´s.
Eenmaal op het terrein zocht ik de tent van de sponsoren op. Waaronder Renault-dealer Stam. Met één van de verkopers op cursus gezeten. Even lekker bijkletsen over de goede ontvangst van de Laguna op de Nederlandse markt. Colaatje en gapen naar het voorbij schreidende volk.
Een kleine man in een okerkleurig overhemd stond vrij plots voor mijn neus. Hij gaf mij een hand en vroeg met een schorre stem of ik een zoon van Gerlof Stam was. Nou nee, wel een verkoper bij Renault, maar dan in Amstelveen. Op dat moment stond achter de goede man mijn bedrijfsleidster als een geelektrokuteerde kip te stuiteren. "Ach, so. Weet u, dat Stam alle Renaults voor ons personeel levert?", vervolgde de man. "O ja?", vroeg ik quasi geïnteresseerd. "En wat voor bedrijf heeft u dan?" De man glimlachte en zei met een knipoog. "Paleis Soestdijk."

donderdag 1 maart 2012

Vader´s auto´s

Mijn vader reed graag auto. En veel en hard. Gedurende zijn leven heeft hij heel wat auto´s versleten. Ik was het vrijwel altijd niet eens met zijn auto-keuze. Vond ik een Mercedes 220 in two-tone beige mooi, kocht hij een Vauxhall Victor. Droomde ik van een zilvergrijze CX, kocht hij een witte Renault 16, die hij consequent R16 noemde. Beetje snobbig, wel.

Natuurlijk bepaalden destijds heel andere factoren de keuze voor een auto. Nu heeft vrijwel iedere Tom, Dick and Harry een leasebak en koopt de  particulier steeds kleinere, zuinigere auto´s. Maar mijn vader moest zijn eigen auto´s kopen. En daarbij rekening houden met 4 opgroeiende kinders. Tweedehands lag het meest voor de hand. En zo ontstond een leuke rij auto´s, waarvan een deel zo bij mij op de oprit zou mogen staan.

De Opel van opa

Vaders eerste auto kocht hij van zijn schoonvader. Een Opel Kapitän. Zo´n verkleinde Amerikaan. En dan ook nog het 'foute model' met de veel te kleine achterportieren. Nu een gezocht object voor de ware Opel-adept. De Opel reed te duur en werd verruild voor een lichtgroene Citroën ID 19. Met een akelige bekledingsstof, die knetterde en waar je met je kleren aan vastplakte.

Maar wat een heerlijke auto. Zondags gingen we vaak een eindje rijden. En dan scheurde vaders als een dolle over een van de vele bospaden in de buurt van onze woonplaats. Nu word je daarvoor 10 jaar opgesloten. De ID viel letterlijk uit elkaar. En na een zeer kostbare operatie aan het hydro-pneumatisch veersysteem moest worden omgekeken naar een opvolger. Uit pure noodzaak kocht vader een DKW F102. Niet met het kuifdakje maar het bolle. De polyester carrosserie was uitgevoerd in crème met een zwart dak. Het apparaat knetterde en rookte, maar ging als de brandweer. Oma had op zondag altijd op tijd de koffie klaar want ze hoorde ons van mijlenver aan komen. Tot het apparaat echt te klein werd.

Bladveren

En daar stond-ie dan. Kolossaal en goud metallic, de Vauxhall Victor 101 Super de Luxe uit 1966. Serieus. Met prachtige wieldoppen die lichtmetalen velgen veinsde. Die truc werkt nog steeds. De auto bood gigantisch veel ruimte. Maar daar hield het wel zo´n beetje op. Toen wij naar het Westen verhuisden, moest vaders dagelijks over een hotsebotse klinkerweg waar de bladveren van de 47-11-AK niet tegen bestand waren. Na de vierde set was vaders het zat. En zo kwamen wij uit bij een witte Renault 16 TL, kenteken 55-10-NU. Een verrassend ruime, praktische en comfortabele auto. Er volgden nog twee 16´s waaronder een TS. "De fijnste auto, die ik ooit heb gehad, die R16", heeft mijn vader nog jaren gezegd. Vaders bleef het merk trouw en kocht een van de eerste Renault 9's. Een TSE met zwart velours bekleding. Een drama. Alles ging kapot. Een gebarsten remtrommel was een druppel. De andere de reactie van de dealer waar vaders de auto had gekocht. Ach, dan heb je nog drie remmen over. En daarom reed vader door naar de volgende dealer. Kocht daar een tweedehands Renault 18. Deze bordeaux-rode badkuip werd ingeruild voor een Citroën BX Diesel. Een formidabele auto. 163.000 kilometer probleemloos. En de laatste die in het rijtje op mijn oprit mag worden gezet.