Driek

Driek

vrijdag 29 april 2011

De juiste toon 2

Of juist uit de toon? Ik heb met muziek een beetje hetzelfde als met auto's. Een voorkeur voor de uitersten. En voor de underdogs, eendagsvliegen en ouwe koeien uit een sloot.
Wat denkt u als u leest: Gilbern Invader. Waarschijnlijk denkt u aan een figurant uit Star Wars.
Of "The Blue Nile"'? Een geflopte film uit de koker van Paul Verhoeven?
Neen, dus.
Het zijn beide pareltjes uit vervlogen tijden. En -geheel toevallig- van Britse komaf.

De Gilbern dan maar als eerste. Begin jaren zeventig werd deze tweedeurs GT voorzichtig op de markt gezet. Zo van: "hier jongen, dit is de grote boze buitenwereld. Kijk maar of iemand jou aardig vindt".  Ik vond en vind de  Gilbern Invader nog steeds aardig. Zou er dolgraag een willen...als-ie nog te vinden was.
Heeft u al beeld? Nee?
Dan hierbij een fotootje van 't otootje.
(Gepikt van internet, sorry guys!)
Is toch een leuk ding, niet dan. Hij (of is het toch een zij?) oogt als een 'gevierkanterde' versie van Alfa Romeo's roemruchte en oogverblindende Giulia Bertone. Echter wel voorzien van een dikke motor.

Deze fijnerd was echter geen lang leven beschoren. Mogelijke doodsoorzaak? De energiecrisis in 1973? Geen imago? Of het roestduiveltje?
Wie het weet mag het zeggen en wie er ooit een in het echt heeft gezien, is echt een bofkont!

Als ik zo'n auto zou bezitten, zette ik er een moderne CD-speler in.
Met "The Blue Nile" in de gleuf. Want er bestaat bijna geen fijnere toer-muziek dan de zoetsappige, met veel synthesizer doorspekte liedjes van deze band. Gelukkig is het niet allemaal te glad en te clean. Een vleugje baspartij en prachtig pianospel geven het genoeg poppy karakter.
En daar hebben we dan het woord dat de Gilbern en de Blue Nile verbindt: karakter.
Ze hebben beide veel te weinig waardering gekregen in de tijd dat ze hun doorbraak hadden moeten beleven. Vandaar dat ik ze in mijn hart meedraag. Voordat de tijd ze definitief vervaagt....

vrijdag 1 april 2011

Ronduit Vierkant

Laatst keek ik uit het raam van mijn winkeltje en zag  een witte Nissan Cube pal onder mijn etalage geparkeerd staan. In een flits vloog ik in gedachten veertig jaar terug in de tijd.
Ik zat als klein menneke van een jaar of zes aan de grote keukentafel, gebogen over een blanco papier. Een potlood, een gum en een kwartje. Ik had net daarvoor de werking van de liniaal ontdekt. Met bungelende beentjes en de tong gebogen over de bovenlip zette ik de eerste lijnen voor 'mijn' droomauto op papier. Het kwartje was voor de wielen.  Na een aantal minuten ploeteren stond het meesterlijke ontwerp op papier. Trots als een aap liet ik de tekening van een doosvormige auto met keurige gekwartelde wieltjes aan mijn vader en moeder zien. "Zo, jongen! Jij hebt talent", zou mijn vader gezegd kunnen hebben.


De man die de Nissan Cube heeft getekend, had het echter niet zo gemakkelijk. De filosofie achter de Cube was simpel. "Teken een auto voor de praktisch ingestelde, moderne stadsmens met gevoel voor bijzonder design", luidde de opdracht van het opperhoofd van Nissan richting de chef van de ontwerpafdeling. Verstandig als deze man was, schoof hij de opdracht door naar 'n kleurloze medewerker, die ergens achter in de hoek van de afdeling stof zat te vergaren. Wat is een moderne stadsmens? Vaak een karakterloze figuur die met veel uiterlijk vertoon en overmatig gebruik van engelstalige termen zijn onzekerheid hoopt te maskeren. Met deze visie in het achterhoofd  ging onze japanse vriend vlijtig aan het werk.

Terwijl deze gedachten door mijn hoofd zweefden, ging plotsklaps het enorme linkerportier van de Cube open. Er stapte een man uit.. Zijn leeftijd schatte ik ergens tussen de 83 en 104 en ik gokte dat hij nog dagelijks op het land werkte. Toen hij nog in de auto zat, kon ik hem vrijwel recht in de ogen kijken, nu kwam hij niet hoger dan net boven mijn knieen.

Dit beeld zond ik telepatisch door naar onze vriend in Japan. Deze schoot overeind als door de bliksem getroffen. Hij rende het kantoor van het afdelingshoofd binnen en nam spontaan ontslag.
Eenmaal thuisgekomen gaf hij zijn zoontje van zes, die nietsvermoedend aan de keukentafel zat, een draai om de oren en riep: "Rotjongen, je hebt helemaal geen talent!!!"